Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 16
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
17 gepaard een sterke zin voor het pessimisme, of liever, een ger i n g achten van het gewone alledaagsche leven der stervelingen. „HERACLITUS" — zegt CLEMENS ALEXANDRINUS in zijne Stromateis )
— „schijnt de geboorte
45
als hij z e g t : den
als een ramp te beschouwen,
„ W a n n e e r ze geboren zijn, w i l l e n ze leven en in
dood gaan, of liever uitrusten, en ze laten kinderen na, op-
dat ook die in den d o o d gaan." „ W e e , wee, gij arm geslacht der stervelingen, wee gij geslacht vol
ellende," zoo roept EMPEDOCLES ) uit, en zichzelven acht 4ó
hij verre verheven boven de „sterflijke, aan veelvoudig verderf gewijde menschen."
47
)
PHILOLAUS leert, dat de ziel met het lichaam als 't ware tot straf samengekoppeld is en daarin als in een graf b e g r a v e n ; ) 48
en hij beroept zich voor deze leer op de irxXxioi SsoKóyot re xx) ftxvreic, de oude theologen en zieners, ) waarbij we waarschijn4 9
lijk aan de O r p h i c i ,
niet, gelijk SCHRÖDER evengoed
mogelijk
acht, ) aan de Indiërs te denken hebben. 50
E n PLATO zegt in den Phaedo, ) dat zoovelen zich op rechte 5 I
wijze met
de philosophie bezighouden, zich o m niets anders
bekommeren dan o m te sterven en dood te zijn. Deze
denkwijze nu openbaart
zich niet slechts in de philo-
sophie: men vindt haar evenzoo in de l y r i e k en in de tragoedie. „ W a n n e e r soms geluk onder de menschen schittert, k o m t het niet zonder moeite," zegt PINDARUS; ) en niet anders BACCHY52
LIDES : „ W a n t niemand der aardsche stervelingen is in alles gel u k k i g " ; ) maar l a n g v ó ó r hen zingen SOLON ) en THEOGNIS 5 3
54
55
)
reeds hetzelfde. En
sterker n o g dan bij dezen klinkt die toon in EURIPIDES'
w o o r d e n : „W'ie weet of niet wat wij leven noemen sterven is, en
wat
den
wij sterven
noemen l e v e n ; " woorden, door PLATO in
G o r g i a s blijkbaar met instemming aangehaald. 6) 5
Het is dezelfde g r o n d t o o n : hoeveel goeds dit aardsche leven ook geve — en PINDARUS en BACCHYLIDES weten dit zeer wel te waardeeren —, volmaakt is het niet; en zoo wijzen ze dan de een meer, de ander minder naar de toekomst, die de rechtvaardigen wacht, en vertoonen zoo juist het kenmerk der m y s t i e k : onmiddellijke gemeenschap den
met de godheid, niet hier, maar na
d o o d . D e G r i e k s c h e mystiek staat ook hierin antithetisch w.
2
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's