Marnix' Byencorf - pagina 35
Openbare les gehouden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
33 vijanden (52, 57, 119, 133 e.e. Vgl. Van al die my beswaren, enz.); maar "Godt, der Hoochster Majesteyt", moet men meer gehoorzamen (72, 81 , 82 vooral, 131, 132). Diep medelijden met de Nederlanden (64, 93 128) en de bewoners: de arme schapen (80, 125), nu verstrooid (93), wier Herder echter God zelf is (125). Eendrachtig hadden ze openlijk hun geloof beleden, bereid "d'endurer une briefue mort, et passer à la vie éternelle" (70), vgl. de voorlaatste strophe. Ook in Responce d' un bon Patriot (Marn. Anon. 36 v.) vindt men enkele gelijke trekken; bI. 47-48 lijkt een paraphrase van: Lijf en goedt altesamen, enz . . Maar voorzichtigheid is hier geboden: ook in de Geuzenliederen zijn telkens uitingen als in het W.; Blok, geleid door een aanteekening van Fruin, wijst op een pamflet van Saravia, waarin veel aan het W. herinnert. (Bijdr. Vader I. ,Gesch. en Oudh. 4e R. VIII 443 vlg.) Merkwaardig is toch wel de gelijkenis in den brief van Oranje aan Christoffel van Würtemberg e.a., om ondersteuning (Archives III 292 vlg.). Oranje's leuze in het vaandel en motto der Waersclzouwinge aende inglzesetenen ende ondersaten vanden Nederlanden: pro lege, rege et grege (Arch. 111 291 en Knuttel, No. 168) is geheel naar Marnix' hart. Hoeveel subjecti~fs er is in de al- of niet-toeschrijving van het W. aan Marnix, blijkt uit vergelijking van enkele uitspraken: "Het W. is Marnix volstrekt onwaardig: het is zonder gedachte, zonder uitdrukking", meent Fruin (in brief aan Toorenenbergen, Marnix. Anon. 19). Dit in 1877. In 1898 ~chter noemt hij het "kunsteloos, maar aan'grijpend" (Postmus, Het Wilhelmus 101). - "Als dichter is hij (Saravia) niet bekend, maar het W. staat als dichtwerk niet zoo hoog, dat hij het niet had kunnen schrijven". (Blok. Bijdr. 4e R. VIII, 447). - "Een dergelijk innig, teeder, kinderlijk lied kan niet van zijne hand zijn". (Postmus, Het Wilhelmus 91). Daartegenover houden Toorenenbergen, Kalff, Te Winkel, en vele anderen, met zekerheid of bij voorkeur Marnix voor den dichter. Vreemd doen de besprekingen aan op het Taal- en Letterk. Congres 1908 (Handd. 151-163). 15) Zou een onbevooroordeelde vergelijking van Marnix' Psalmen met 'de opgehemelde lyriek van , Van der Noot aan de eerste niet 3 Marnix' Byencorf.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1918
Inaugurele redes | 92 Pagina's
![Marnix' Byencorf - pagina 35](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/inaugurele-redes/marnix-byencorf/1918/10/18/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1918
Inaugurele redes | 92 Pagina's