GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 17

Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

15

band" met individuen en zaken kan secundair gelegd zijn. Indien niet de individualiteit zelf stichtster is van gemeenschap in iederen vorm, waarin mag deze dan wel gegrond zijn? Zooveel is zeker: de gemeenschap, gesteld tegenover het individu, is voor het kennen een zaak van gansch andere orde. Ze is minder "grijp~ baar", maar daarom niet minder "machtig" en zonder haar erkenning wordt de rekening van het kennen niet sluitend. Het individu als uitgangspunt in een algemeene leer des levens, wijst telkens weer terug naar de samenleving, doordat zijn func~ ties zich daarheen uitstrekken. Het is niet eens in empirischen zin waar, dat de individualiteit onafhankelijk is, ook naar haar psychische functies. Van haar uit wordt de complicatie der samenleving evenmin zichtbaar als vanuit het geïsoleerde woord de grammatische structuren verstaanbaar zijn. Meer en meer wordt door biologen en sociologen hierop de nadruk gelegd 2). Onder de biologen namen bijv. Driesch met het begrip van de "Überperson", Becher met dat van de "fremddienliche Zweck~ mäszigkeit" voor een boven~individueele realiteit positie, terwijl Wundt de taal beschouwde als object van" Völkerpsychologie" 3). Bij kunst en zedelijkheid trad het zelfde gezichtspunt op. Wel dient opgemerkt dat, critisch gezien, hiermede slechts een nieuwe feitelijke relatie, niet een verklaringsprincipe gewonnen werd. Tot verfdarinCJ. kan het sociale gezichtspunt daarom niet dienen wijl het zelf weer de individualiteit veronderstelt. Het concrete bestand der talen is noch uit de gemeenschap, noch uit de individualiteit afleidbaar. Er is hier een wisselwerking, die ons niet boven het gegevene uitvoert. Keeren we nu terug tot de on gereflecteerde, natuurlijke sub~ jectiviteit. In de wereld waarin ze zich bevindt is ze omringd van talen en "stuit" eventueel daarop. Dit doet tevens de taal ontdeRRen als infiouddraCJ. e~ die varieerbaar is. Ten opzichte van "gelijken" inhoud blijkt de klank~expressie variabel. Alleen zóó is aanleeren en verstaan van het vreemde mogelijk. De inhoud is het vastere, gemeenschappelijke, waartegenover de wijze van uitdrukken slecfits vorm is. Dit komt neer op de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924

Inaugurele redes | 44 Pagina's

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924

Inaugurele redes | 44 Pagina's