Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 31
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
29
en het echte zoekt, en zoo is het curiosum van alles het minst waardevolle. Het overgenomene ontsiert, de bastaardsamenstelling vloekt tegen den geest van het geheel. In het ongerefIecteerde taalbewustzijn is de waardeering menigmaal anders. Het vreemde trekt, het eigene wordt voor minderwaardig gehouden. Wel hangt dit samen met den graad van zelfbewustzijn der taalgenooten. Wie den band van kennis met het eigene eenmaal ontdekte, ruilt het voor het vreemde niet meer in. Deze orde der waardeering gaat op de klaarheid van het kennen of op toevallige voorkeur terug. Het bewustzijn van het eigene, het oude, het echte en hun yerband is niet altijd aanwezig. De wisselvalligheid van het historische houdt ook hiervoor niet stil. Het oude en het echte worden menigmaal tegenover elkander gesteld. Het oude word dan voor ouderwetsch uitgemaakt. Voorbij zekere grens herkent de oorspronl<elijke subjectieviteit in het oude het eigene niet meer terug. Zoo vervreemdend werkt de bewegingbrengende tijdstroom waaraan de taalbewuste subjectiviteit, bijna haars ondanks, onderworpen is. Een "absolute" subjectiviteit, die hier buiten stond, is slechts een constructie en ze zou, daar ze geen deel heeft aah de beweging van het historische, de opeenvolging daarvan niet kunnen meemaken. De drie gezichtspunten, die vanuit een van concreetheid ontledigde subjectiviteit gezien zich in het relatieve schijnen te vervagen, worden zoo tot bronnen van waarachtig, historisch menschelijk kennen. Het is geen wonder, dat deze drie niet in exacten zin objectiveerbaar zijn. In de sfeer der talen heeft de subjectiviteit het met haar eigen uiterlijken vorm te doen. Haar kennen van zichzelf is verstaan, niet meten, en haar gezichtsveld wordt bepaald door haar lot. Het oude is er op grond van de reëele successie in den tijd. Er is een eigenaardige verschuiving van aspect onder invloed van den voortgang der tijden. De subjectiviteit, al terugschouwend, kan toch niet stilstaan. De grammatici der Grieken werden zelf sedert eeuwen tot objecten van phililogisch bezien. Het is wel zeker, dat deze onderzoekers van hun eigen litteratuur, bijv. de taal van een Homerus meer eigen, minder
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924
Inaugurele redes | 44 Pagina's