Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 32
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
30
vreemd en althans geheel anders voorkwam, dan aan de moderne philologen, die er in objectieven zin een beteren blik op hebben. De kracht van den Logos, die boven de wisselende concreetheid der subjectiviteit uit, zich gelden doet, en het kennen bij al die wisseling tot richtsnoer dient, treedt ons hierin te klaarder voor oogen 10). Ook hierin openbaart zich de historische situatie der subjectiviteit, dat de voortgaande distantieering aan elk willekeurig taalmonument het aspect van het alledaagsche ontneemt. Wat aan den aanvang der ons bekende litteratuurtalen ligt maakt veelal dit effect. Zijn die impressies enkel op rekening der in den tijd bevangen subjectiviteit te stellen? Ja en neen. Ongetwijfeld bedoelen het verhevene en het naieve iets meer dan een effect van afstand. Maar wij zouden dit weten van de buitenzijde met het eigen bewustzijn den betrokkenen willen confronteeren. Zeker is dat dit hun weten dienaangaande nooit zou samenvallen met wat de historische subjectiviteit eraan opmerkt. In de historische orde leeft het concrete taalbewustzijn van geslacht tot geslacht. De kennisnemende subjectiviteit is hierin van de concrete onderscheiden dat ze de vergetelheid die het verledene bedekt, te niet doet. De concrete subjectiviteit zou zich met verre voorouders of late nakomelingen moeilijk verstaan. Ze is er ook niet toe in de gelegenheid. Dat het veld van het verstaanbare voor haar niet slechts in ruimtelijken zin maar ook naar de tijdslijn beperkt is, dat ze in taalvorm gelijk in menige andere zaak van gebruik "slaagt" met iets wat een eeuw vroeger lachwekkend, nieuw en vreemd, een eeuw later bevreemdend oud zou schijnen, is buiten haar besef Evenzeer is ze er onwetend van, dat het historische proces aan welks voortgang ze meewerkt bij altijd wisselenden inhoud een eigenaardige continuiteit vertoont. De vraag rijst naar zin en inhoud van dit gebeuren. Reeds het spreken van altijd wisselenden inhoud werpt het probleem van een ontologisch verband tusschen deze en de tijdsorde op. Dit is zeker: het kennen bevindt zich
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924
Inaugurele redes | 44 Pagina's