GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 91

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

81 In het tweede gedeelte wordt de leer van Darwin door den schrijver beknopt uiteengezet en bestreden. Het standpunt van den schrijver blijkt duidelijk uit het navolgende: „De leer van Darwin is in het wezen der zaak geen natuurwetenschap, maar philosophic. Het is een wijsgeerig stelsel op organisch gebied, evengoed als de atomonleer dat is in de anorganische wereld. Het is ook niet langs inductieven weg uit feiten of verschijnsels afgeleid, zooals b.v. de triUingstheorie van het licht, maar als het ware van uit de hoogte aan de wetenschap opgelegd, en dat niet om plaats gehad hebbende of nog plaats vindende verschijnselen te verklaren, maar om hypothetische facta te verduidelijken. Darwin en Haeckel c. s. construeeren begrippen, zooals overerving van verworven eigenschappen, natuurkeus, overeenstemming tusschen ontogenie en phylogenie, niet om daardoor een concreten overgang van het eene dier in het andere of van de eene plant in de andere te verklaren, want zulk een overgang is nog nooit waargenomen, maar eigenlijk alleen om duidelijk te maken, hoe men zich zou kunnen voorstellen, dat het zou kunnen gebeuren". In het vervolg wijst hij er op, dat voorzoover onze waarneming reikt, de wijzigingen, welke de natuur oplevert, nooit zoover gaan, dat daardoor het eigenaardig karakter der soort verloren gaat. Na verdere beschouwingen over de veranderlijkheid der soorten, waarbij uiteraard ook gewag wordt gemaakt van hetgeen prof. Hugo de Vries dienaangaande leert en na eene behandeling van de vraag of nieuw verworven eigenschappen erfelijk zijn, komt schrijver tot eene behandeling van den strijd om het bestaan. Terecht ontkent Nieuwhuis, dat die strijd zoo hevig zou zijn als de Darwinisten beweren en zulk een belangrijken invloed zoude kunnen hebben als hunnerzijds wordt beweerd; in werkelijkheid wordt z. i. het al te zeer toenemen in aantal van de een of andere soort verhinderd door middelen, welke met de bijzondeer eigenschappen van het individu weinig of niets te maken hebben Het sprongsgevvdjze verschijnen van nieuwe variëteiten geschiedt blijkbaar zonder eenigen strijd om het leven en maakt dien dus geheel onnoodig. Darwin's natuurkeus vindt uiteraard bij Nieuwhuis geen gunstig

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 91

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's