GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 105

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

95 voegd hebben, heeft de laatste ook zulk een gering soortelijk gewicht verkregen, zoodat onze aarde, van de zon af gerekend de derde der planeten, haar in dichtheid zelfs vier malen overtreft. Zonder die ijle, lichte materie zou de zon, wijl hare kern gevormd is uit de dichtste en zwaarste stoffen, in dichtheid alle planeten moeten ovei'treffen. Wanneer nu de zon en de zonnen in 't algemeen, zoo redeneert Kant verder, vlammende bollen zijn, dan volgt daaruit, dat er ook lucht op die hemellichamen aanwezig moet zijn, wijl zonder lucht geen vuur kan branden. In deze atmosfeer verheffen zich ook de rookwolken der door de vlam opgeloste stoffen, die uit een mengsel van grovere en lichtere deelen bestaan en die, nadat zij in hoogere en koelere luchtlagen zijn doorgedrongen, als zware pik- en zwavelregens weer omlaag vallen en aan de vlammen nieuw voedsel verschaffen. Wijl echter de lucht der atmosfeer langzamerhand verteerd wordt, loopt de zon gevaar uitgebluscht te worden, doch men moet hierbij wel in aanmerking nemen,, dat het vuur door ontleding van sommige stoffen nieuwe lucht doet ontstaan, dat hevige stormen de dampen, die het zonnevuur hier en daar dreigen te verstikken, voortdurend wegvagen en door nieuwe lucht vervangen, en eindelijk en vooral dat bij een vlammend vuur de hitte bijna uitsluitend naar boven en slechts weinig aan den benedenkant werkzaam is, en dat, wanneer er van boven geen lucht genoeg meei voorhanden is, de hitte der vlam zich naar onderen, naar het inwendige der zon keert en de daar aanwezige afgronden noodzaakt de in hunne holten opgesloten lucht te laten ontsnappen en het vuur op nieuw te doen oplaaien. Zoodoende zal de zon niet spoedig gebrek aan lucht krijgen. Maar eens komt er een tijd, dat het vuur der zon uitgebluscht wordt. Vooreerst doet de hitte de fijnste en vluchtigsto stofdeeltjes van de zon wegvliegen naar de stofwolk, die het zodiakaallicht veroorzaakt ; in de tweede plaats wordt de oppervlakte der zon met asch en slakken bedekt, en ten derde komt er gebrek aan lucht. Het inwendige vuur zal echter nu en dan door de korst heenbreken en de zon weer voor korten tijd doen opflikkeren, en hieraan is misschien wel het plotselinge verschijnen en verdwijnen van sommige sterren toe te schrijven. Elk zonnestelsel moet eindelijk een eind nemen en vergaan. Doch

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 105

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's