1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 104

94 de overige bollen van zijne aantrekkingssfeer donkere en koude wereldlichamen bleven, herinnero men zich slechts de vroeger uiteengezette wijze van ontstaan. In de uitgestrekte ruimte, waarin de elementaire grondstof zich gaat vormen en bewegen, worden planeten en kometen alleen gevormd uit die deelen der naar het centrum van attractie zich bewegende grondstof, die door eene nauwkeurige beperking hunner richting en snelheid hiertoe bestemd worden. Deze partikels maken, gelijk vroeger uiteengezet werd, slechts een gering gedeelte uit van de naar het aantrekkingsmiddelpunt zich bewegende stof en bestaan vooral uit de dichtere deelen, die door den weerstand der andere tot dezen graad van nauwkeurigheid hebben kunnen geraken. In dit mengsel bevinden zich ook deeltjes van bizondere lichtheid, die wegens den weerstand der ruimte niet kunnen geraken tot de snelheid, die voor de periodieke omwentelingen noodig is, en die bijgevolg gezamentlijk op het centrale lichaam terecht komen. Wijl nu deze meer lichte en vluchtige deelen ook juist de meest werkzame zijn om het vuur te onderhouden, zoo zien wij, dat, doordien zij zich bij het middelpunt van het stelsel voegen, dit centraallichaam het voorrecht verkrijgt een brandende bol, eene zon te worden. Daarentegen is de zwaardere stof, die onmachtig is om het vuur te voeden, oorzaak, dat de planeten koude en doode massa's worden. De vermenging van dichte en zware soorten van elementen met • lichte en vluchtige, dient ook om het centraallichaam geschikt te maken voor den hevigen gloed, die op zijne oppervlakte moet branden en moet worden onderhouden. Want wij weten dat het vuur, gevoed met een mengsel van dichte en vluchtige stoffen, veel heviger brandt dan die vlammen, die slechts door lichte stoffen gevoed worden. Deze vermenging nu van eenige zware soorten van stofdeelen onder de ijlere, is een noodzakelijk gevolg van onze theorie aangaande de vorming der heuiellichamen en heeft nog dit voordeel, dat de kracht van den vlammendoa gloed de brandbare stoffen der oppervlakte niet in een oogenblik verstrooit, en dat de vlam door toevoer van voedsel uit het binnenste der zon langzaam en bestendig wordt onderhouden." Doordien er zich zooveel lichte stoffen bij de massa jder zon ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen