1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 47

35 Religie en gemeenschap natuurvolken.

DR. H . VISSCHEK,

by de

Utrecht, 1907.

G. J. A. Ruys.

„De religie is een centraal verschijnsel. Daarom doet zij haren invloed gelden op elk terrein van het leven. Zij giet haar licht uit over den ganschen mensch". Met deze vs^oorden vangt de hoogleeraar Visscher 2djn werk aan, dat in breeden kring op belangstelling rekenen mag. Van dit werk verscheen thans het eerste deel, dat inleidende beschouwingen bevat en een overzicht geeft van de psychologie der natuui-volken om daaruit de constellatie van hun religieus leven te verklaren. Het tweede deel, hetwelk in het volgend jaar zal verschijnen, zal meer in het bijzonder de sociale functie van de religie in het licht stellen. Wanneer het werk gereed is, hoop ik in de gelegenheid te zijn op den inlioud nader in te gaan ; thans moet ik mij bepalen tot eene korte aankondiging, welke de lezers van het „Orgaan" moge aanmoedigen deze pennevrucht van Dr. Visscher te bestudeeren. Veilig mag worden beweerd, dat deze studie niemand onbevredigd zal laten. Moge een enkel maal van den lezer meer inspanning worden verlangd dan bij eenvoudiger woordenkeuze noodig ware geweest, over het algemeen boeit het geschrift door den korten, bondigen, pittigen stijl en door de veelheid van interessante gegevens. Na eene beschouwing van de religie als sociaal feit, als een levensfeit van de gemeenschap, worden de sociale typen en hunne indeeling geschetst waarna in een derde, in het meest omvangrijke onderdeel van het werk, een karakteristiek wordt gegeven van het intellectueel en ethisch leven der natuurvolken, de persoonlijkheid bij de natuurvolken wordt behandeld, de werking van het religieus grondgevoel in het psychisch leven der natuurvolken overwogen en vervolgens animisme, spiritisme en feti^isme worden geschilderd waarna in eene slotbeschouwing met forsche trekken het eigenaardig karakter der religie en hare machtige werking wordt geschetst. „Niets is uitgezonderd van haar alles doordeesemend vermogen". „Daar is geene religie, die niet den kosmos schouwt als gewrocht van supranatureele macht of machten". „De religie ligt aan den

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen