1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 98

88 hunne oorspronkelijke verticale beweging naar het middelpunt van aantrekking, van lieverlede in eene horizontale veranderen, zoodanig dat zij alle in evenwijdige cirkelvormige banen rondom het middelpunt van het centraallichaain gaan draaien. Zoo verkrijgt derhalve ditgeheelecentraallichaam, deze zonnebol, eene roteerende beweging, eene aswenteling. Wijl alsdan voor ieder deeltje de middelpuntvliedende kracht gelijk is aan de aantrekkingskracht, zullen de deeltjes blijven op dezelfde hoogte of op denzelfdeii afstand van het middelpunt, waar zij zweven, en nu is de strijd tusschen de bewegingen der wentelende lichamen opgeheven. Een groot aantal deeltjes brengen het echter niet zoover; zij kunnen niet blijven in de hoogte waarin zij zweven, maar dalen al meer en moer in de richting van het centrale lichaam en vereenigen er zich eindelijk mede. Dit lichaam nu, waarin zich de meeste stofdeeltjes vereenigen, is de zon, die echter alsdan nog niet dien heeten gloed bezit, dien zij later verkrijgt. Allo omloopsbanen moeten eigenlijk met hun vlak door het middelpunt der zon gaan; nu is er echter onder de vlakken van al deze loopbanen, die rondom eene gemeenschappelijke as plaats hebben, slechts één, dat door het bedoelde centrum gaat, en daarom zullen alle stof- en massadeeltjes, die aan weerskanten van het vlak dezer laatste loopbaan liggen, zich daarheen begeven en de ruimten aan weerszijden van dit vlak ledig laten. Door de vereeniging van die deeltjes, die in dezelfde hoogte, op denzelfden afstand van het centraallichaam, de zon, zweven, worden de planeten gevormd, en wijl deze deeltjes cirkels om de zon beschrijven, zullen de planeten zulks ook doen en wol tevens in dezelfde ricliting. Eene ongeveer volkomene cirkelbeweging zullen eigenlijk slechts die planeten bezitten, die het dichtst bij de zon staan ; de meer verwijderde dwaalsterren en de kometen zullen klaarblijkelijk in meerdere of mindere mate van do cirkelbeweging afwijken. Immers wijl de breedte zeer groot is, waaruit de ver van de zon verwijderde planeten de voor hunne vorming noodige deeltjes verzamelen, zoo is ook het verschil in afstand tot de zon en bijgevolg ook het verschil in snelheid, vooral tusschen de binnenste en de buiten.ste deeltjes dier laag, zeer groot. Aangezien nu de snellere beweging der buitenste deeltjes dezer laag niet volkomen gecom-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen