GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 90

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

80 DR. W . H . NiEUWHUis. Twee vragen des Ujds. Kampen, J. H. KOK 1907.

Het eerste gedeelte, over „Christus en de natuurwetenschap", is door Dr. Nieuwhuis bewerkt naar het Duitsch van Dr. E. Dennert. Na eene inleiding wordt in het eerste hoofdstuk de toestand der natuurwetenschap in de oudheid en in de middeleeuwen uiteengezet, waarna het tweede hoofdstuk is gewijd aan Christus' standpunt ten opzichte der natuurwetenschap. Christus, zegt de schrijver, heeft er niet aan gedacht om over de natuur te philosopheeren en dienaangaande allerlei leerstellingen te verkondigen ; slechts dit ééne onwrikbaar vaststaande feit was Hem voldoende: God is de schepper en onderhouder van het heelal. Christus is de vader van de vrijheid der wetenschap, niet alleen door het zich onthouden van natuurwetenschappelijke beschouwingen, maar inzonderheid door de vrijmaking, de zuivering der natuurwetenschap van de goden en godinnen der heidenwereld, die steeds beletselen zijn gebleken voor het natuurwetenschappelijk onderzoek. De natuurbeschouwing van Christus, zoo leert de schrijver, is eene dichterlijk-symbolische ; Christus is vervuld van het denkbeeld, dat de natuur een symbool, een zinnebeeld van den Eeuwige is, en gaarne maakt Hij daarom van haar gebruik in Zijne gelijkenissen. Christus' daden op het gebied der natuur, de genezing van zieken, de opwekking van dooden en de handelingen, waarbij wordt ingegrepen in de causaliteit der natuurverschijnselen, maken een punt van afzonderlijke be.spreking uit; de schrijver houdt hieraan vast: de wonderen van Jezus zijn niet natuurlijk, niet door middel der thans bestaande natuurwetten en natuurkrachten te verklaren. Toch acht hij hot wel mogelijk en denkbaar, dat voor sommige van die teekenen eene natuurlijke verklaring bestaat en dat Christus daarbij zich bediende van ons onbekende natuurkrachten. Zou het, zoo wordt gevraagd, zelfs zoo geheel onmogelijk wezen, dat de mensch, die toch volgens Gods bevel de aarde aan zich moet onderwerpen, er ook nog eens in slaagde, om rechtstreeks uit de elementen wijn te bereiden, ook zonder dat hij de krachten, die daarbij in het spel kwamen, volkomen begreep ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 90

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's