1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 96
86 aandacht gevestigd door Friedrich Heinrich Alexander von Humboldt (1769—1859), zoodat het in 1798 herdrukt werd. Kant's „Allgemeine Naturgeschichte und Theorie des Himmels", dat zich niet gemakkelijk laat lezen, wijl de volzinnen over 't algemeen buitengewoon lang zijn en dikwijls iets duisteivs hebben, bestaat uit drie deelen. In het eerste gedeelte worden alle vaste sterren samen vergeleken met een groot planetenstelsel; alle zonnen vormen volgens Kant een enkel stelsel en bewegen zich ongeveer in het vlak van den melkweg, gelijk de planeten van ons zonnestelsel zulks doen in het vlak der ecliptica. Het derde gedeelte handelt over vermoedelijke bewoners van de verschillende planeten en over den invloed, dien de gesteldheid dier hemellichamen op aldaar mogelijk levende menschen, dieren en planten noodwendig moet uitoefenen. Het tweede en uitgebreidste deel behelst de eigenlijke theorie, de kosmogonie van Kant, en behandelt hoofdzakelijk de vorming van ons zonnestelsel, waarbij zelfs kometen, zodiakaallicht en melkwegstelsels niet onbesproken blijven. Kant neemt aan, dat alle stoffen, waaruit de hemellichamen bestaan, die tot ons zonnestelsel behooren, oorspronkelijk in hunne elementaire grondstof waren ontbonden en de geheele ruimte vulden, waarin zij zich thans bewegen. Deze toestand der natuur schijnt hem de eenvoudigste toestand te zijn, die op het niets, op het nog niet bestaande volgen kan. Ten gevolge der verscheidenheid van de elementen, in deze chaotische natuur aanwezig, werd de rust in den chaos gestoord on ontstond er beweging, wat niet het geval zou geweest zijn, indien al de deeltjes in den beginne homogeen, gelijk waren geweest. De algemeene rust kan dus slechts een oogenblik geduurd hebben. De door de ruimte verstrooide elementen van grootere dichtheid of van grooter soortelijk gewicht trokken al dadelijk de binnen hunne attractiesfeer gelegen minder dichte stofdeeltjes aan; de hierdoor gevormde deeltjes of lichaampjes werden op hunne beiyt weer aangetrokken door nog dichtere deeltjes en zoo voort, zoodat er ten laatste een aantal stofklompjes ontstonden, die wegens de gelijkheid hunner wederzijdsche aantrekking voor altijd in rust, onbeweeg-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's
![1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 96](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1907-1908-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1908/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's