GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

63 Reeds in 't begin van de godsdienstige bijeenkomsten vreesden ook zijne vrienden voor krankzinnigheid. Op den dag had hij de gewoonte geruimen tijd achtereen naar de zon te kijken, en hij deelde mede, dat hij daarin wonderlijke dingen zag. En 's nachts was het haast onmogelijlf; hem af te houden van het zien naar de maan en de sterren. Daarbij verbaasde men zich echter over het feit, dat hij in de bijeenkomsten zulk een normalen indruk maakte en over zijne heldere opvattingen wat betreft de „religious matters", wanneer hij in gezelschap daarover sprak. Langzamerhand bleek hij ook hallucinaties te hebben. Meermalen zat hij stil in de bijeenkomsten en hoorde niets van hetgeen er om hem heen gebeurde. In zijne brieven beschrijft hij zijne visioenen. „Dicht bij mij kon ik de kaars zien branden, welke haar licht in het rond verspreidde. Verweg zag ik een opgaande zon, en o wat was dat voor een gezicht. Noch een winter noch een herfstzon, ook niet de lentezon, maar de zon van een zomermorgen. Er was iets goddelijks in. De stralen waren als lange armen, die zich door de hemelen uitstrekten. En de kaars bleef branden. Er waren 3 of 4 inches van de kaars onv^rbrand. Wat is de bedoeling? Heel eenvoudig. De dag is komende. Dit is het begin van liet Réveil. De groote zon van het Réveil is komende." Een ander visioen : „Twee paarden, het een wit, het ander rood. Beide waren te samen in draf. Voor de verklaüng verwijs ik naar Openbaringen 2—4." Ook zijn moeder bespeurde vreemde verschijnselen. Toen hij tot verbazing van zijne familieleden plotseling in het ouderlijk huis terugkeerde, steeg die verbazing nog meer, toen hij zijn voornemen kenbaar maakte, om nl. den vijand te gaan bestrijden in zijn geboorteplaats Loughor. Hij ging in een hoek van do kamer zitten en begon op een zeer vreemde wijze te lachen, waarop hij meedeelde, dat er een gezegende tijd aanbrak voor Loughor voor het einde van de week. Toen zijne broeder en zusters binnenkwamen, werd hun aandacht eveneens bepaald bij de vreemde verschijnselen, die hij vertoonde. Hij sprak zoo ongewoon, dat men niet kon begrijpen, wat hem bezielde. Hoe gaat het, Dan, vroeg hij aan zijn broeder. Niet bijzonder, zei Dan, mijn oogen zijn zeer zwak en ik kan maar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's