1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 194

188 profil voorstelt. Later werd die lijn verbreed en ontstond een band van kleur langs den omtrek; doordat de gekleurde band voort durend breeder wordt, beslaat zij tenslotte de geheele silhouet, De figuur herinnert soms aan onze houtskoolteekeningen. De schilderij gaat nu ook gepaard met graveerwerk, doordat sommige onderdeelen der dieren in de wand gegrift worden. Tevens konien de afgedrukte handen al voor. Het jongst zijn de polychrome schilderijen, waarbij langzamerhand meerdere kleuren gebruikt worden en ook van de graveorstift gebruik gemaakt wordt. In plaats van de eerstgenoemde handen komen dan gestyleerde handen voor. Langduriger studie zal ons inzicht in deze evolutie zeker nog verdiepen; reeds geeft aanhoudende studie gelegenheid om meer figuren te zien, daar b.v. iemand als Breuil bij elk nieuw bezoek aan eene versierde grot weer nieuwe ontdekkingen doet. Gelukkig is het, dat door de steun van den v o s t van Monaco archaeologen als Breuil en Cartailhac in de gelegenheid zijn het resultaat van hunne ontdekkingen in prachtwerken uit te geven. Dat deze studie veel opoffering vi'aagt van haar beoefenaars, moge blijken uit het feit, dat zij maanden lang dag aan dag de grot moeten bezoeken en de wand van stap tot stap afzoeken. Soms zijn de teekeningen op de wanden van ruime zalen te vinden, maar het gebeurt ook, dat men zich over rotsblokken of door nauwe gangen moet werken om ook daar het geteekende werk te bekijken. Ook tijdelijke of blijvende meertjes bemoeilijken het onderzoek, terwijl vele gangen door instortingen aan het oog onttrokken zijn en slechts bij grondig nasnuffelen ontdekt worden. De hoofdingang der grotten is ook vaak tijdelijk gesloten geweest en zoo is het te verklaren, dat de palaeolithische resten niet overal vermengd zijn met of gevolgd worden door overblijfsels van latere cultuur. Van enkele grotten weet men, dat ze pas in den allerjongsten tijd door toevallige omstandigheden weer open kwamen en dan heeft men de grootste kans, dat alles intact bewaard gebleven is. Daardoor is het mogelijk, dat men niet alleen de achtergelaten sporen van de holenberen nog kan aanwijzen, maar ook teekeningen op den grond en zelfs de indrukken van de voeten van den holenmensch. Een eigenaardig type van figuren vindt men in sommige grotten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen