GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 161

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

155 lijkheid gewezen te hebben. Waar met kracht wordt opgetreden, als op de openbare school, zwichten de ouders ten slotte, tenzij zij, wat voorgekomen is, een schuilplaats gevonden hebben op de Christelijke school, een feit waartegen geprotesteerd moet worden. Waar op de meer gegoede scholen, vrees voor een kind te verliezen, krachtig optreden belet, is het noodig dat deze onderwijzers zich wederkeerig op de hoogte stellen van de reden, waarom het kind de school heeft verlaten, en zich verplichten het kind niet te aanvaarden, tenzij het gevaar voor overdragen van de onreinheid of besmetting niet meer bestaat. Is tot dusverre de hygiëne behandeld, voor zooverre ze voorkomend werkt of voor zooverre ze den enkelen persoon, betreft, mij rest thans nog op een positieven eisch te wijzen, welke allen geldt, n.l. de lichamelijke opvoeding. Deze wordt niet slechts stiefmoederlijk behandeld, doch vrijwel verwaarloosd, in de practijk tenminste ; niet in theorie, dan wordt ze erkend door prof. BAVINCK in zijn „Paedagogische beginselen" als een der eischen van het Christeliik beginsel „dat het onderwijs zich richten moet op heel het kind met al zijn vermogens en krachten". En met het oog op handenarbeid en lichaamsoefeningen wordt gezegd: „Wat Christenen ten dezen opzichte ook misdreven hebben, de Christelijke religie is zoo weinig daartegen gekant, dat zij ze veeleer in hun rechte waarde erkent en er wijding aangeeft." Behoort, principieel beschouwd, de lichamelijke opvoeding deel uit te maken van het onderwijs, meer dan tijd wordt het handelend op te treden. Vooral bij den bouw van nieuwe scholen is het een eisch van vroed beleid hiermede rekening te houden, wil men bij de toepassing onzer beginselen later niet voor extra kosten komen te staan, of gedwongen worden te gaan buiten de school; want de tijd is niet zoover meer verwijderd, dat bij nalatigheid de wet gebiedend zal optreden. De subcommissie, door de ineenschakelingscommissie benoemd, deze taak te overwegen, aarzelt dan ook niet te adviseeren „het gymnastiek-onderwijs wettelijk te organiseeren" en „onderricht in dat vak als zelfstandige tak van onderwijs verplicht te stellen voor alle scholen" op grond dat „de gymnastiek in ruime mate zal kunnen bijdragen tot versterking van het lichaam en vorming van het karakter".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 161

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's