1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 41

33 schappen moesten volkomen op evolutionistische leest geschoeid: psychologie en ethiek, sociologie, staatkunde en geschiedenis. Zelfs de religie werd van haar wortel losgemaakt en verklaard als het gevolg van allerlei mechanische factoren. Immers: „Der Meiisch besitzt keine einzige Geistesthiltigkeit, welche ihm ausschlie.sslich eigentümlich ist; sein ganzes Seelenleben ist von demjonigen der nachstverwandten Saugetiere nur dem Grade, nicht d^r Art nach, nur quantitativ, nicht qualitativ verschieden". i) Thans heeft de strijd voor en tegen de Evolutie eene halve eeuw geduurd. En wat is het gevolg geweest ? Volgens de Vries ^) is de strijd thans zoo goed als geëindigd. „De felle vs^eerstand is gebroken. De tegenstrijdige meemngen hebben zich verzoend. De oude scheppingsleer is gevallen, zij oefent op het onderzoek der natuur geen invloed meer uit. De geldigheid der natuurwetten op het geheele gebied der stotfelijke verschijnselen wordt niet meer betwijfeld. Daarmede is ons ook onze eigene plaats in de natuur tot helderheid gekomen." „Die wenigen seiner wirklich wissenschaftlichen Gegner aus dem Kreise seiner Zeitgenossen, die es noch gab, sind langst ins Grab gesunken, und unter der neuen Generation der Naturforscher ist ein Gegner der Deszendenztheorie kaum noch moglich." Aldus spreekt Potonié kortweg. ^) Hubrecht '^) zegt: „Zij (de kamp tusschen voor- en tegenstanders der evolutieleer) woedde tot het begin der twintigste eeuw in allerlei vorm, maar het moet erkend worden, dat onder de beoefenaars der natuurlijke historie het aantal tegenstanders zeer gering geworden, ja welhaast tot nul gedaald is." Hij wijst er dan nog op, dat op protestantsch theologisch gebied nog heftige tegenstanders zijn, waaronder in de eerste plaats Dr. Kuyper, getuige zijne oratie over Evolutie. Hubrecht meent, dat het van meer doorzicht zou getuigen, als de protestantsche geloovigen thans ook de evolutie assimileerden, zooals naar hij vermoedt de geloovige roomsch-katholieken beginnen 1) 2) 3) 4)

E. Haeckel, üie Weltrfitsel. De Gids, Dec. 1909. Naturwissenschaftl. Wochenschr. 1909, No. 7. De Gids, Dec. 1909.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen