GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 142

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

134 Zij zagen deze veranderingen door een getrepaneerde schedel. Als we dit weten, kunnen we wel zeggen, dat het cerebrum erg gevoelig moet zijn voor afwijkingen in de bloedsverzorging, en zouden we hierin de oorzaak der neurosen kunnen zoeken. De paranoiker wordt niet dement, want al verkeert het corticale orgaan in een toestand van zwakte, al is het associatiecomplex uit het verleden bijna uitgeschakeld^ er gaan geen assocatiebanen verloren, geen vernieling van de hersenschors heeft plaats. Zooeven zagen we immers ook nog, hoe Meynert zich beroept op het onverminderd gewicht van den hersenmantel. Bij vernieling echter van associatiebanen gaat het „secundaire ik" weer verloren, de patient wordt dement. De dementie bestaat niet alleen uit achteruitgang van het intellect, zij brengt ook een verandering van karakter mede. De in elkander grijpende psychische coördinaties, zegt Meynert, gaan lijden. Bij zijn beschouwingen over de dementia paralytica, immers „de" ziekte, waarbij deze vernielingen van hersenelementen in zoo sterken graad optreden, wijst de schrijver op deze veranderingen in karakter, op de geheugenstoornis, die ontstaat en ook op de bewegingsstoornis, die eveneens berust op laesie der associatie's. De euphoric van den paralytiker berust op vasoparalyse; de hallucinaties, het angstgevoel op subcorticale prikkels. De waanideeën hangen samen met de euphorie, met de angst en met de dementie. Wij zien dus hier het ontstaan van enkele symptomen der paralyse verklaard. De dementie hoeft echter niet steeds in gcheugenzwakte te bestaan. Hierop wijst Meynert in zijn voordracht over secundaire dementie. Wij zagen immers hoe door associatie het „secundaire ik" wordt uitgebreid ; dit proces kan tot stilstand komen, ook dan hebben we een verschijningsvorm van de dementie, waarbij echter de oude herinneringen in hun onderling verband aanwezig blijven. Door liaardsymptomen kan een, zooals Meynert het uitdrukt, circumscripte dementie ontstaan; hij denkt hier aan de aphasie, apraxie, asymbolie. Tot besluit wil ik nog even aanhalen wat gezegd wordt over ontoerekenbaarheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 142

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's