1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 186

180 is de gedachte opgekomen, dat men hier te doen heeft met afbeeldingen van gemaskerde menschen. Reinach, die in het algemeen aan de magie eene groote plaats toekent bij het verklaren der palaeolithische kunst, heeft hierin navolgers gevonden en zoo ziet men in de anthropomorphe figuren afbeeldingen van gemaskerde personen, bezig met eene mimiek van ritueele beteekenis ot van toovenaars, die hunne kunsten uitoefenen. Eene dierlijke vermomming komt meer voor bij ceremonieele handelingen onder natuurvolken ; ja del Rio spreekt er zelfs van, dat in Spanje in sommige streken nog maskerades worden gehouden in allerlei dier-vermommingen. De eigenaardige houding der anthropo-

Fig. 5. Gegraveerde menschfiguur uit Altamira (Sctiaal 1 : 6). (Naar Breuil en Cartailhac, uit I'Anthropologie, 1904.)

morphe figuren doet denken aan eene dansende beweging, terwijl de handen vaak als tot bidden zijn opgeheven. Bij een fresco in de vrije natuur te Cogul heeft men echter te doen met een rondedans van een 9-tal dames om een man of een mannelijk, misschien zelfs phallisch afgodsbeeld, zoodat eene dergelijke verklaring op zichzelf niets ongerijnids heeft. De snuitvormige gezichten, de pelsachtige bekleeding, soms zelfs een staart, doen sterk denken aan eene dierlijke vermomming, maar Breuil meent, dat dit nog niet noodzakelijk in verband hoeft te staan met eene magische operatie. Immers zou het ook mogelijk zijn, dat de palaeolithische jagers van eene dergelijke vermomming gebruik maakten om hun wild gemakkelijk te verrassen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen