GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 132

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

124 bliksem herbergen niet het minste deel licht bevatten, niet bij hun prikkeling het licht ons doen waarnemen; slaan we ons echter op het oog zoo zien we wel licht. Zoo komt Meynert er toe, hallucinaties te beschouwen als prikkelingen van de subcorticale centra. Op iedere plaats der centripetale banen van het zintuigorgaan naar de subcorticale organen kunnen we prikkelen, om ons te doen verkeeren in de meening, dat we iets buiten ons hebben waargenomen. Prikkelen we in het verloop van zoo'n baan, zoo neemt de schors dit waar, hij krijgt n.l. berichten van de subcorticale centra en besluit daaruit tot een uitwendig gebeuren. Daarom, wanneer we bemerken, dat iemand hallucineert, moeten we concludeeren tot prikkeling van de subcorticale organen. Zoo zoekt Meynert de oorzaak der vele hallucinaties bij delirium tremens in het toxische bloed. Het alcoholische bloed prikkelt de subcorticale organen, doch niet alleen deze, ook de periphere zintuigorganen worden door het bloed geprikkeld en daardoor krijgen we een menigte hallucinaties op het gezicht en het gehoor; die op het gebied van smaak en reuk treden minder op den voorgrond. We zagen dus, wat Meynert denkt van de hallucinaties ; de illusie's wijzen volgeus hem nog op een heviger laesie van den cortex. Immers degene, die illusioneert, werkt iets om; hij ziet in een voorwerp iets totaal anders; de coƶrdinatie van het mechanisme der associatie's is dus gestoord. Even als prikkels van de centrale gezichtscentra geprojecteerd worden in de buitenwereld, zoo wordt de oorzaak der centrale hypochondrische sensatie's in de desbetreffende organen gezocht. Deze hallucinatie's, deze hypochondrische sensatie's leveren Meynert het bewijs dat de paranoia haar voedingsbodem vindt in de subcorticale organen. Zijn klinische voordracht over de paranoia begint Meynert met een geval van geordende bewustzijnstoestand, waarin betrekkingswaan, vervolgingswaan en grootheidswaan zich na elkander snel ontwikkelen. Dadelijk knoopt hij hieraan vast een beschouwing over het mechanisme in het ontstaan van deze symptomen. Het mechanisme van de paranoia zoekt hij n.l. in bulbaire

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 132

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's