1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 141

133

Dan schrijft hij niet meer „het geloof is een persoonlijke zaak, enz. maar noemt het ondank en onvroomheid, ook van den vrome, als hij datgene, wat God ons vinden deed, niet gretig aangrijpt en gebruikt, (pag. 514) dan wordt erkend „dat de zondige gemoedstemming, waarmede nu en dan zulke maatregelen ter voorkoming van lijden genomen worden, niets tot de rechtmatigheid en geoorloofdheid van zulke maatregelen toe of afdoet." (pag. 517 en 519) en voegt er verklarend bij: „En dit moet wel zoo zijn, juist omdat het niet de mensch is, die aan zulke maatregelen hun uitwerking toebrengt, maar alleen God", (pag. 517.) Nog een ander sprekend voorbeeld. Het Kamerverslag is samengesteld uit eene commissie, waaronder ook een paar voorstanders der vaccinatie. Waren zij deskundigen geweest, dan zouden krachtiger argumenten aangevoerd zijn, of allicht zouden zij geweigerd hebben op zulk een wijze mede te werken. Alleen de bescheidenheid der tegenstanders hun citaten in het Kamerverslag het laatst te plaatsen en zoo, dat dit soms lijkt op een conclusie, werkt niet weinig mede tot den totaal ongunstigen indruk over de werking der vaccinatie, ook al geven de feiten zelf geen recht daartoe. Zulke feiten, die te vermeerderen zijn, maar bovenal de schier dagelijksche ervaring van den geneesheer, dat zijn woorden en daden geheel verkeerd worden opgevat, maant tot voorzichtigheid om niet te spoedig kwade trouw aan te nemen. Opmerkelijk is dan ook dat algemeen de geneesheeren wel bij hun collega's kwade trouw ondersteld hebben, niet bij de anderen, hoe grof ook door hen beleedigd, b.v. dat zij liever 1 op de 100 gevaccineerden opofferden, dan hun ongelijk te bekennen, dat geldzucht hun drijfveer was enz. Eén geschrift maakt hierop een enkele maal een uitzondering, dat van v. DIEREN op de brochure LOHMAN, „de vaccine-aanbidder", ofschoon ook dan telkens, het leek zijn, als verontschuldiging wordt aangevoerd. Niet minder opmerkelijk is, dat, voorzoover mij bekend is, niet één geneesheer, in den tegenstand der vromen, aanleiding heeft gevonden, te spotten met den Bijbel en den godsdienst. Zelfs BROERS doet dat niet in zijn brochure. Ook al is daartoe aanleiding gegeven, de geneesheeren hebben hun tegenstanders niet van kwade trouw beticht, en in geschrif-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen