1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 172
164 held. In hoofdzaak moet men onderscheid maken naarmate de afwijkingen meer betreffen hetgeen den laatsten tijd is geschied of de gebeurtenissen uit het verledene aangaan. De eigenschap om nieuwe ervaringen en indrukken in het bewustzijn te bewaren, werd boven reeds met den naam van het inprentingsvermogen bestempeld. Deze inprenting is natuurlijk afhankelijk van allerlei omstandigheden, maar in de eerste plaats is daarvoor toch wel noodzakelijk, dat het beeld klaar en scherp met voldoende opmerkzaamheid werd waargenomen. Het is duidelijk dat alle omstandigheden, die hieraan te kort doen, ook nadeelig op de inprenting zullen werken. Indien men b.v. vermoeid is, kan men zijne aandacht minder bij iets bepalen, zoodat daardoor verstrooidheid optreedt en dientengevolge ook vermindering van de inprenting ontstaat; men kan zich dan niet goed meer herinneren hetgeen men gelezen of gehoord heeft. Ook wanneeer door misbruik van alcohol het bewustzijn wordt beneveld en een staat van dronkenschap optreedt, zal men zich niet juist meer kunnen herinneren, wat den laatsten tijd is geschied. Voorts zijn er allerlei geestelijke afwijkingen, waarbij men minder opmerkzaam wordt op al datgene, wat er rondom ons geschiedt en vooral bij de verschillende vormen van zwakzinnigheid en onnoozelheid is dit het geval. Het is duidelijk, dat in al dergelijke gevallen de waarneming zelve door gebrek aan opmerkzaamheid en belangstelling te wenschen over laat; het is daarom niet te verwonderen, dat men er later ook weinig of niets van heeft onthouden ; het was eenvoudig niet tot het bewustzijn doorgedrongen. Iets dergelijks heeft men in zekere mate met de herinneringen uit den droom, die soms in den slaap wel een levendigen indruk op ons maken, ons vaak met schrik en angst vervullen, maar toch bij het ontwaken meestal spoedig worden vergeten, zoodat men altijd voorzichtig doet ze terstond op te schrijven. Ook al tracht men enkele woorden en gezegden, die ons in den droom bijzonder hebben getroffen, half wakker telkens te herhalen, om ze op deze wijze nog eenigszins in te prenten, zal dit toch in den regel niet gelukken. Gedurende den geheelen tijd, waarin het bewustzijn ernstig gestoord is, heeft ook de inprenting zeer geleden en is zij verdwenen of althans verminderd. Dit verschijnsel treedt zelfs zoozeer op den voorgrond dat men gewoon is de stoornis in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's