GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 84

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

76 ruimd voor den hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, die de lokalen kan afkeuren, welke schadelijk zijn voor de gezondheid of onvoldoende ruimte voor het aantal schoolgaande kinderen bieden. Hiermede wordt dus nog het Staatstoezicht op de volksgezondheid in zijn verschillende geledingen in de school binnengeleid. Toch biedt dit alles nog geen voldoenden waarborg, dat de inrichting van hetschoollokaal voldoet aan de eischen, die de hygiëne stelt. Laat ik dat met een voorbeeld toelichten. De wijze, waarop een schoolbank gebouwd is, is voor de leerlingen van groot belang. Is zij ondoelmatig ingericht, dan kan misschien verkromming van de wervelkolom en stoornis in het gezichtsvermogen hiervan het gevolg zijn. Wel schrijft de wet voor, dat zij voorzien moet zijn van een lendenleuning en niet meer dan twee zitplaatsen mag aanbieden ; doch indien de hoogte niet goed is met betrekking tot de lengte van den leerling, of indien het tafelblad te ver van de zitplaats verwijderd is, zoo deugt zoo een bank toch niet. Een goede bank moet, zooals men dat geleerd uitdrukt, steeds een mmusdistantie hebben. Het is zeer moeilijk om in één bank aan alle hygiënische en paedagogische eischen te voldoen; daarom zijn allerlei typen uitgedacht ; maar zal het goed zijn, dan moet volgens den hygiënist individueel voor eiken leerling een passende bank gegeven worden. Daarom wordt als eisch der hygiëne gesteld, dat men in elke school 6 grootten bij de hand heeft, en dat de onderwijzer bij het begin van het schooljaar de leerlingen meet en de voor hem passende bank uitzoekt. Omdat nu de wettelijke bepalingen dus nog geen voldoenden waarborg geven, heeft men in den laatsten tijd gemeend, dat het gewenscht is, een geneeskundige in de school binnen te leiden, die als hygiënist nog verder noodige aanwijzingen zal geven en het noodige toezicht zal uitoefenen. Maar bovendien, omdat men tot het besef gekomen is, dat eene goede verzorging der lokaliteiten nog maar een deel is van de taak, die ons wacht, om de gezondheid van onderwijzers en leerlingen in de school te bewaken en te beschermen. Want die gezondheid kan nog altijd en misschien nog meer schade lijden door het schoolbedrijf als zoodanig en door den invloed van de leerlingen op elkaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 84

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's