1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 33

25

de beide Hollanden en in Zeeland ; de overgang tot de andere provinciën vormden Drenthe en Overijssel ; weliswaar zijn sedert dien tijd de verhoudingen gewijzigd en treedt thans het oosten van het land, met inbegrip van Zuid-Holland, meer op den voorgrond, maar met den tegenwoordigen toestand der nataliteit mogen wij uitteraard hier geen rekening houden. Onze kaart met hare tegenstelling tusschen westelijke en oostelijke provinciën brengt in herinnering de beide kaarten door BOLK in 1909 O gepubliceerd in zijn belangrijk artikel: Over de lichaamslengte der mannelijke bevolking in Nederland. Wijl het zooveel omvangrijker materiaal van Bolk toeliet een gemeentewijze berekenen van percentages, hetgeen bij mijn materiaal absoluut onmogelijk was, kan niet in nadere vergelijking worden getreden tusschen zijn uitkomsten en de mijne. Slechts geven zijne kaarten eenige aanleiding om te vermoeden, dat achter den regelmaat door mij gevonden, analoge factoren schuilen als bij zijn onderzoek door hem geconstateerd, en zij maken het min of meer waarschijnlijk, dat ook bij de bevolking des land een regelmaat, als door mij gevonden bij de opgenom.enen in de gestichten, gevonden kan worden. Vooralsnog kunnen wij niet verder gaan. De opgenomenen heb ik ook ingedeeld naar de diagnose, kort na hunne opneming gesteld. Eene eenigszins grove indeeling moest worden gevolgd wijl bij het splitsen in veel onderdeden de getallen kleiner worden dan uit statistisch oogpunt toelaatbaar is. Bovendien noopt ook het onzekere element, aan alle diagnostiek eigen, om te werken met relatief groote getallen, willen wij aan de uitkomst eenige waarde kunnen hechten. Vandaar dat ik mij bepaalde tot de vormen veelvuldig gediagnosticeerd en de overige buiten beschouwing liet. (Zie bladz. 26). Bij raadpleging van de cijfers in tabel VII bemerken wij reeds spoedig, dat zoowel bij de mannen als bij de vrouwen groep IV het sterkst is bij de lijders'aan dementia praecox, het zwakst bij de seniel dementen. Waaraan de tegenstelling tusschen de dementia praecox en de dementia senilis toegeschreven moet worden is mij niet duidelijk ; allicht geeft nader onderzoek eenig licht. ') Zie Ned. Tijdschr. v. geneeskunde, deel H, bladz. 1703 e. v.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen