1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19

11 sclerose (zonder eigenlijke malacische haarden), multiple cysticerkenblazen, telkens in een geval; spontane hersenbloeding slechts in twee gevallen, (v. MONAKOW). Wanneer men ten slotte vraagt, waarin men de wezenlijke oorzaak moet zoeken, wanneer het vermogen om bewegingen van het dagelijksch leven uit te voeren verloren is gegaan, dan moet men met v. MONAKOW de commissurale diaschisis daarvoor aansprakelijk stellen, wat door hem op de volgende wijze wordt toegelicht. Het defekt in de schors heeft, door onderbreking in de continuïteit van associatievezels, invloed op al die schorspunten, waarin die associatievezels en balkvezels in vrij groot aantal uitloopen, verder door onderbreking in de continuïteit van balkvezels, de correspondeerende schorspunten ook nog in de andere hemispheer. Hoe grooter de balklaesie resp. beschadiging van de balk, des te uitgebreider is de functioneele inbreuk op de andere hemispheer (commissurale diaschisis). In elke hemispheer is voldoende histotektonisch materiaal voor het handelen met de beide lichaamshelften bevat, zooals de pathologische waarneming leert, dat patiënten, die in 't bezit van slechts een hemispheer zijn (porencephalic, hemiatrophie) toch nog doelbewegingen kunnen uitvoeren. Komt nu door partiëele (plaatselijk nauw begrensde) laesie en in een hemispheer bilaterale apraxie, dan kan dit alleen verklaard worden door een in principe temporaire resp. functioneele inbreuk op de andere hemispheer. Besluit. De apraxie is een symptomencomplex, dat zonder uitzondering nog andere verwante, zij het bij de aphasie of agnosie behoorende, zij het halfzijdige elementaire verschijnselen als integreerende bestanddeelen in zich bergt. Er bestaat geen halfzijdige apraxie zonder andere grovere centrale innervatiestoornissen (stoornis van de dieptesensibiliteit of een parese resp. bewegingszwakte) en geen bilaterale of gecombineerd sensorische resp. ideatorische apraxie zonder begeleidende agnostische of aphasische symptomen resp. algemeene oriënteeringsstoornissen, al mogen ook de correspondeerende begeleidende verschijnselen niet als de eigenlijke oorzaak van de apraxie beschouwd worden. Een bepaald „asemisch" (physiologisch nog niet nader te definieeren) moment is zoowel eigen aan de aphasie als aan de agnosie en aan de apraxie. (v. MONAKOW). L. BOUMAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen