1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 155

147

geschieden zal. Niet alleen het ontstaan der schepping, maar ook haar voortbestaan en ontplooiing, en wel zoo, dat ook de zonde en hare gevolgen in dit Besluit zijn opgenomen en dienstbaar gemaakt aan het einddoel van alle dingen „De eere Gods". „Wij gelooven, dat de goede God, nadat Hij alle dingen geschapen had, deze niet heeft laten varen, noch aan het geval of de fortuin overgegeven, maar ze naar Zijnen heiligen wil alzoo stiert en regeert, dat in deze wereld niets geschiedt zonder Zijne ordinantie, hoewel nochtans God noch auteur is, noch schuld heeft van de zonde, die er geschiedt." Geloofsbelijdenis Art. 13. !n tegenstelling met het pantheïsme wordt in de theïstische levensbeschouwing aan de wereld een bestaan buiten God toegekend, in tegenstelling van het deisme, dat God door zijn almachtige en alomtegenwoordige kracht (in en door het geschapene) werkend Zijn eeuwige Raad tenuitvoer brengt. In zichzelf is dat Raadsbesluit ons verborgen, maar God heeft ons zooveel daarvan in de natuur en in de H. Schrift geopenbaard, dat wij daarin een richtsnoer voor ons leven bezitten, en daaruit kunnen afleiden, wat wij te doen en te laten hebben. „God zelf, die ons schiep, heeft derhalve onze menschelijke natuur alzoo beschikt, en ons menschelijk leven alzoo besteld, dat we, buiten alle kennisse van het Besluit om, eiken morgen ons leven zouden voortzetten, uit ons verleden, door de beweegkracht van ons hart, onder eigen nadenken, dank zij de veerkracht van onzen wil, en bij dit alles geleid door zijn gebod en vermaan, bedreiging en belofte, en in verband met al die omstandigheden en onder de inwerking van al die invloeden, waarin zijn bestel ons verwikkelen zou," DR. KUYPER. Uit deze theïstische levensbeschouwing klinkt geen prediking tot lijdelijkheid. Waar deze voorkomt bij vromen, is zij nooit een absolute. Trouwens deze is onbestaanbaar met het leven. Maar wel komt bij hen een betrekkelijke lijdzaamheid voor, niet in de dingen van het gewone leven, waarin men is ingegroeid maar in het buitengewone wat niet begrepen wordt. Daarbij wordt een willekeurige grens getrokken en een scheiding gemaakt tusschen het natuurlijke waarin de mensch werkt en het bovennatuurlijke waarin God werkt. Maar dat is niet de leer van Gods voorzienigheid die steeds

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen