GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 70

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

62

stuk een reeks van voorstellingen, die als het ware den achtergrond van den droom vormen. De droom wordt dus niet beschouwd als een geheel, maar als een conglomeraat van psychische gebeurtenissen en de uitlegging geschiedt dus en détail en niet in toto zooals bij de ouderen de gewoonte was. Opmerkelijk is, dat FREUD zelf ten slotte nog niet geheel bevredigd was met de resultaten van zijne droomanalyse, want zelf moet hij erkennen, dat elke droom minstens ééne plaats heeft, waarin hij eigenlijk niet geheel te doorgronden is; dat is als het ware de navel, waardoor hij met het onbekende samenhangt. De grondgedachte, waarvan FREUD uitgaat is, dat elke droom de beteekenis heeft van een wensch, die nu eens niet en dan weer wel vervuld wordt. Indien de droom een eenvoudig karakter draagt, dan droomt men van een vervulden wensch. Wanneer men b.v. dorst heeft, droomt men van drinken en bij het wakker worden, moet men dan werkelijk drinken ; in den droom echter had men reeds gedronken. FREUD had des morgens moeite met het opstaan en droomde dan tevens, dat hij reeds aan de waschtafel stond ; natuurlijk bemerkte hij bij het wakker worden, dat deze wensch niet was vervuld en hij nog rustig te bed lag. Vooral bij kinderen komen dergelijke eenvoudige wenschdroomen zeer dikwijls voor; een kind droomt b.v. dat het zijn lievelingskostje eet, of dat het een wandeling doet, waarnaar het reeds zoo lang verlangd heeft. In dergelijke gevallen spreekt men bij volwassenen van gemaksdroomen, want iemand, die slaapt en dorst heeft, wordt daardoor niet terstond wakker, maar droomt, dat hij drinkt en slaapt verder door. In zulke gevallen zou men den droom dus niet als een verstoorder maar als een behouder van den slaap kunnen beschouwen. Ook in het spraakgebruik blijkt het niet onbekend te zijn, dat de droom vaak als de vervulling van een wensch moet beschouwd worden ; indien men toch buitengewoon gelukkig is, zegt men, dat men het zelfs niet had durven droomen om daarmede te kennen te geven, dat het alle wenschen overtroffen heeft. Toch heeft men dikwijls droomen, waarin juist omgekeerd een pijnlijk en onaangenaam gevoel de overhand heeft en in de angstdroomen is men dikwijls aan een hevige onrust ten prooi, waaruit men dan met dankbaarheid wakker wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's

1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 70

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 198 Pagina's