1916-1917 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19
7
gehad. Het zou me te ver voeren, hier uitvoerig te bespreken, hoe de werking der toxinen en de vorming der antitoxinen tegenwoordig gedacht wordt. De zijketen-theorte van EHRLICH met al hare eigenaardigheden zou dan o.m. besproken moeten worden. Weldra zullen we de hoofdmeeningen, zooals die nog steeds tegenover elkaar staan, even memoreeren. Behalve bacteriolysinen, anti-toxinen kennen we ook nog agglutininen, praecipitinen. Agglutininen zijn stoffen, welke de bakteriën met elkaar doen verkleven onder opzwelling van het bacteriënlichaam. Ook normaal serum kan in de meeste gevallen bacteriën agglutineeren, doch in immuun-sera zijn veel grootere hoeveelheden agglutininen aanwezig. Vooral bij kunstmatig immuun gemaakte proefdieren vindt men soms agglutinatie optreden bij verdunningen van 1 : 5000. Praecipitinen kan men als volgt aantoonen: Voegt men aan eene willekeurige serum-oplossing (bijv. typhus) het kiemvrije filtraat toe der betreffende cultuur (in casu typhus-bacillen), dan zal zich een praecipitaat ontwikkelen. De stoffen nu, welke door inwerking van serum en cultuur op elkaar ontstaan, noemt men praecipitinen. Analoge stoffen ontstaan in het bloed van proefdieren bij onderhuidsche injectie van serum eener vreemde diersoort; zelfs ook bij inspuiting van serum van een dier derzelfde diersoort of ook bij injectie van vreemd eiwit geschiedt dit. Deze reactie is vrij gevoelig en heeft praktische toepassing gevonden in de gerechtelijke geneeskunde om uit te maken in bepaalde gevallen, of bloedvlekken van menschelijke of dierlijke herkomst waren. De meeningen der beste onderzoekers loopen nog steeds uiteen over het nadere mechanisme der bacterie-oplossing en toxine-vernietiging. Deze meeningen kunnen bij 2 zeer uiteenloopende theorieën worden ondergebracht. De eerste, de humorale theorie, schrijft de genoemde werking in hoofdzaak toe aan de cel-vrije lichaamsvochten (de Duitsche school). Velen der Fransche school echter, met wijlen METSCHNIKOFF aan het hoofd, schrijven haar toe aan bepaalde cellige elementen, welke in meerdere of mindere mate bij elke infectie optreden, en phagocyten worden genoemd, waarna de theorie phagocytentheorie heet. Bij zijne theorie gaat M. uit van het digestief vermogen van de cellen van lagere organismen ; hij zag bij de daphna, d. i. een soort watervloo eene door bacteriën veroorzaakte ziekte genezen, zoodra deze microben
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's