GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1918 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 37

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

29

zegt „Aber wir dürfen nicht vergessen, dass die Formen der Tiere und Pflanzen nichts anderes sind als abgeschlossene Handlungen, dass um ein gezahneltes Blatt hervorzubringen ein anderer Procesz nötig ist, als zur Erzeugung der glatten Blattform. Diese Processe der Formbildung lassen sich sehr gut isoliert betrachten und die Anlagen zu diesen Processen sind es, die im Keim vorliegen". Er is dus in de kiem geen eigenschapsaanleg, maar aanleg tot eigenschapsvorming zoo meent VON UEXKÜLL, hoewel het m. i. beter is deze omschrijving te vermijden en hoogstens te spreken van aanleg voor orgaan-vormende instinkten tegenover de aanleg voor orgaangebruikende instinkten. Om de immaterialiteit der „genen" of erfelijkheidsdragers nog nader aan te toonen bedient zich VON UEXKÜLL o.a. van een beeld, dat om zijn eenvoudige begrijpelijkheid hier vermelding verdient. „Wenn wir un eines Vergleichs bedienen wollen, so dürfen wir sagen : die früheren Theorien nahmen an, dass im Keim eines Hauses, ein Mauerstein, ein Dachziegel, eine Treppenstufe eine Fensterscheibe, u. s. w. en miniature vorhanden seiaus denen durch Wachstum und Teilung das Haus hervorging. MENDEL belehrt uns eines Besseren: im Keim des Hauses liegen als Anlagen fertig vor: die Höhe der Mauern, die Form der Fenster •die Sleilheit des Daches, die Breite der Treppe u. s. w." Ook door K. C. SCHNEIDER is er op gewezen, hoe de MENDELSche onderzoekingen ons er toe moeten brengen, de immaterialiteit der genen aan te nemen. In de eerste plaats is het aantal MENDELSche eigenschappen van een organisme zeer groot, hoewel een bepaald correlatief verband der eigenschappen altijd aanwezig is. Het aantal groepen eigenschappen, dat op die wijze echter onafhankelijk van elkaar op de nakomelingen kan overgaan blijft echter steeds veel grooter, dan het aantal chromosomen in de cel Waar nu de resultaten der bastardeering in overeenstemming bleken te zijn met de waarschijnlijkheidsrekening en hiermede ook overeenkwam de uitstooting van een deel van de chromosomen bij de z.g. reductie deeling, meende men, dat deze overeenkomst tusschen de erfelijkheidsproeven en microscopisch celonderzoek, een der grootste triomfen der legenwoordige biologie was. Het scheen dat de proeven van MENDEL een krachtig bewijs waren voor de leer der stoffelijke «rfelijkheiddragers (z.g. determinantenieer).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 78 Pagina's

1918 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 78 Pagina's