1918 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 54
46
keerbaar verloop der macroscopische toestanden beproefde af te leiden, behoeft dus waarlijk geen verwondering te wekken. En het is te begrijpen dat dit bezwaar en nog een andere fundamenteele bedenking, die ik hier stilzwijgend voorbij kan gaan, óf tot verwerping van BOLZMANN'S berekeningen moesten leiden óf tot een diepere uiteenzetting. Bij deze laatste kwam al duidelijker aan het licht, dat de entropie wet en evenzoo andere macroscopische wetten slechts waarschijnlijkheidswetten waren. Nu vereischt dat woord eenigszins nadere toelichting. In zekeren zin toch kunnen wij alle empirische wetten, alle wetten, die door abstractie uit ervaring zijn afgeleid, waarschijnlijkheidswetten noemen. Al hebben wij duizend en meermalen een zeker verschijnsel op een ander zien volgen, zoo hebben wij, theoretisch genomen, niets geen zekerheid, dat bij de eerst volgende keer hetzelfde weer zal gebeuren. Wij kunnen het slechts uitermate waarschijnlijk achten. Maar in ons verband bedoelen wij met de uitdrukking waarschijnlijkheidswetten wat anders. Als ik wel zie, kan dit aldus nader aangegeven worden. Zooals vroeger alreeds gezegd is, beantwoordt aan één macroscopischen toestand volstrekt niet één microscopische, maar kan integendeel één macroscopische toestand veroorzaakt zijn door vele microscopische, die zich ieder verder zouden ontwikkelen volgens de wetten der mechanica en dus een volkomen bepaald verloop van het natuurgebeuren veroorzaken. De moeilijkheid is alleen maar daarin gelegen, dat wij niet één bepaalden microscopischen toestand kunnen aanwijzen, die beantwoordt aan den macroscopischen, dien wij op het oog hebben en dat wij daardoor ook in het onzekere verkeeren over wat de waarneembare toestand zal zijn, die op een gegevenen volgt. Slechts dit kunnen wij, dank zij het werk van BOLZMANN beweren, dat onder alle mogelijke atoomconstellaties, die aan den toestand op zeker oogenblik beantwoorden, de overstelpend groote meerderheid zoodanig zal wezen, dat in den volgenden toestand de entropie grooter zal zijn dan nu. Wij weten dus niet dat de entropie zal toenemen; wij kunnen er feitelijk niets beslists over zeggen, maar we willen er nu toch eenmaal iets van zeggen, waaraan we wat houvast meenen te hebben, en formuleeren dit dan zoo: dat het waarschijnlijk is dat de entropie zal toenemen, en wel uitermate waarschijnlijk. In dezen zin kunnen we de wet der toename van entropie een waarschijnlijkheidswet noemen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 78 Pagina's
![1918 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 54](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1918-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1918/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 78 Pagina's