1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 101

87 aan het ontstaan dier „Anlage" door een zondig (waarmee hij dan bedoeld een onhygiënisch) leven naar lichaam en ziel. Die „Anlage" stelt hij zich somatisch voor: hersenen en hart verliezen hun potentie. Hetzelfde dus wat bijna honderd jaar later E. MEYER ') schreef: „Ik krijg den indruk, dat door langdurige psychische traumata een invaliditeit der hersenen ontstaat,. die den bodem kan vormen voor het ontslaan van psychische stoornissen onder bepaalde levensverhoudingen." En toch zijn we hier ook nog niet aan het eind van onzen drang naar kennis, want we kunnen nog blijven vragen, waarom de eene mensch in een leven vol verdriet en nioeite psychotisch wordt en een ander niet; of anders gezegd: waarom worden bii den een door al die psychische traumata de hersenen invalide en bij den ander niet ? MEYER geeft op die vraag geen antwoord ; een ander zal zeggert wegens een zekere aangeboren minderwaardigheid, terwijl HEINROTH als bescheid U toevoegt : „degene, die zich niet door at die zorgen laat neerdrukken, maar op God vertrouwend, blijmoedig zijn levenspad bewandelt, het oog meer op het eeuwige dan op het aardsche gericht, loopt geen gevaar in den afgrond der krankzinnigheid te verzinken." Of deze laatste meening juist is, valt zeer moeilijk uit te maken. Zoo beslist als HEINROTH zich uitspreekt, zouden wij 't niet gaarne doen; dan zou immers bij ieder oprecht christen geen psychose kunnen ontstaan; de ervaring leert ons helaas wel anders. Wanneer een geloovig christen eerst zijn geloofsmoed verliest en eenigen tijd later allerlei melancholische verschijnselen vertoont, dan zullen we tegenwoordig — en terecht — dat verlies van geloof als beginsymptoon der psychose beschouwen, en niet zooals HEINROTH, die in dat verlies van geloof ziet een zich overgeven aan de zonde en de daarop volgende melancholie als een gevolg dier zonde. Als voorbeeld en tevens bewijs van zijn theoretische beschouwingen wijst HEINROTH op iemand, die door zorg en kommer terneergedrukt is, en nu door een bijzonder psychisch trauma krankzinnig wordt. *^

')

E. MEYER. Die Ursachen der Oeisfeskrankheiten. 1907.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen