GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 94

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

80

ran inmg ei gevolg der zonde ?

HEINROTH brengt hierbij echter ook te pas de g^j^jgche quaestie van de zonde en komt daarbij ,,

,

,

.

,

,,

,

tot allerlei conclusies en denkbeelden, waarmee noch de moderne noch de christelijke psychiatrie kan meegaan, en die oorzaak zijn van den slechten naam, dien HEINROTH in de psychiatrie heeft. Het uitgangspunt van zijn opvattingen omtrent het verband tusschen zonde en krankzinnigheid is te vinden in zijn meening omtrent den zedelijken aard van 's menschen ziel na den val in het Paradijs. „God heeft den mensch recht geschapen in volkomene vrijheid om Gods gebod te houden of te overtreden. Maar hij heeft Gods wet geschonden, vandaar het zondige, dat zich in alle menschen meer of minder openbaart. „In ons is echter overgebleven een heldere, geestelijke, electrische vonk, divinae particula aurae. Dat is het actief beginsel in ons, onze wil, onze zedelijke kracht." De gevolgen van den zondeval zijn dus volgens HEINROTH niet doorgedrongen tot de hoogste vermogens onzer ziel: onze rede, ons geweten, en onzen redelijken wil. „De verleiding tot zondige daden komt op uit ons hart, onze lagere (animalische) psychische organisatie." En nu identificeert HEINROTH den wil om het goede te doen met de psychische activiteit. Dat is logisch. Is onze redelijke wil de echte psychische activiteit en is deze heilig, onbedorven, dan zal die psychische activiteit zich steeds richten op het goede. „Bij ieder mensch kan die psychische activiteit aldus werkzaam zijn, maar dikwijls is dit niet het geval. Geeft iemand toe aan zijn zondige neigingen en begeerten, dan heerscht bij hem niet de psychische activiteit, maar de passiviteit, d. i. de zonde." Deze semi-pelagiaansche opvattingen omtrent de menschelijke natuur zijn eigen aan de supra-naturalisten dier dagen, ') waar HEINROTH ook toe gerekend moet worden: „Ieder mensch heeft de kracht in zich om heilig naar Gods geboden te wandelen, om zichzelf te wederbaren. Alleen hebben we de hulp noodig van den medicijnmeester Christus, die ons als arts voorgeschreven ') De supra-naturalisten lieten de hoofdbeginselen der oude orthodoxie varen, maar hielden aan den historischen inhoud van het christendom als een bovennatuurlijke openbaring vast. Dr. KARL HASE, Gesch. der Kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 94

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's