1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 99

85 die dien kant uitwijzen; denk maar aan de uitdrukking: die Flucht in die Krankheit. Een hysterica reageert op een emotioneele gebeurtenis met éen troebeling van het bewustzijn ; daardoor sluit ze zich af van de werkelijkheid, die ze niet verdragen kan en vindt zoo den tijd om zich van dien schok te herstellen. Iets dergelijks beweert ook BLEULER ten opzichte van de •dementia praecox: „Die in die Augen faHende Symptomatologie ist sicher zum Teil nichts anderes als der Ausdruck eines mehr oder weniger verunglücktes Versuches, aus einer unertraglichen Situation heraus zu kommen." ') Dit terrein is echter nog zeer onzeker; of de dieptepsychologie op deze vraagstukken een verrassend licht zal laten schijnen, moet de tijd leeren. Een geheel andere vraag is deze, of krankzinnigheid een gevolg is van bepaalde individueele zonden. Deze vraag is zeer moeilijk te beantwoorden. Bij dementia paralytica meestal wel; dat men met spirochaeten besmet is, is meestal eigen schuld. Maar bij andere vormen van krankzinnigheid ? Een losbandig, ongeregeld leven, allerlei uitspattingen en overdaad, zouden ze niet de aanleiding kunnen zijn voor het uitbreken eener psychose ? Wie zou dat in sommige gevallen willen ontkennen, al is het niet empirisch met wiskundige zekerheid vastgesteld, en al willen we natuurlijk niet vergeten, dat zulke excessen ook dikwijls het eerste symptoom eener beginnende psychose zijn. Nemen we voor een oogenblik aan, dat werkelijk krankzinnigheid een gevolg is van persoonlijke, zondige daden, evenals gonorrhoe en syphilis bijna steeds gevolgen zijn van sexueele misdrijven, zou dit dan ooit een reden kunnen zijn om krankzinnigen niet medisch te behandelen ? Immers neen ; geen christelijk medicus zal er ooit aan denken een lijder aan een venerische ziekte uil zijn spreekkamer weg te zenden met de woorden: „wat U mankeert is de straf voor uw zonde; 't is uw eigen schuld en dus moet ge die straf maar dragen; ga daarom maar heen, ik help U niet." des Organismus." Deze zijn echter niet zoo gemakkelijk aan te wijzen als op somatisch gebied. (Zeitschr. f. d. gesamte Neurol, und Psychiatrie. Bnd 39 p. 393.) ')

E. BLEULER. Dementia praecox. p. 371.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen