GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 123

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

109

doen dan over de religie te zwijgen, zoowel bij de prophylaxis als bij de psychotherapie. Scherp steekt daarbij af het standpunt, dat GROSZ ^) inneemt in deze quaestie. „Een gevestigde werelden levensbeschouwing, zooals we die vooral vinden bij iemand, die van kindsbeen af opgevoed is in een religieuze wereldbeschouwing, heeft een enorme beteekenis in de prophylaxis en werkt psychohygienisch gunstig. Zij biedt een vasten grondslag voor denken, arbeiden en werken, en draagt er toe bij het geestesleven stabiliteit te verleenen en een verbruik van psychische energie voor allerlei nuttelooze mijmeringen te voorkomen. Een even grooten steun als voor het bewaren van iemands geestelijk evenwicht, biedt een religieuse levensopvatting ook bij de actieve psychotherapie bij reeds uitgebroken psychosen, aangezien de psychotherapeut zich in zijn therapie kan aansluiten aan geloofswaarheden." Met deze woorden zou HEINROTH het volkomen eens zijn geweest, wanneer GROSZ ^) gesproken had speciaal van de christelijke religie. Zouden we hierin mogen zien het begin van een merkwaardige omwenteling in de meeningen der psychiaters ten gunste der christelijke religie ? „Een gelijkwaardige „Ersatz" voor een onwankelbare religieuse overtuiging kan slechts door een buitengewoon klein deel der menschheid gevonden worden in een philosophische overtuiging." (GROSZ). Wordt door deze uitspraak de christelijke religie niet gesteld boven allerlei monistische wereldbeschouwingen ? Inderdaad, de godzaligheid is tot alle dingen nut, ook bij de prophylaxis der geestesstoornissen. Het geloof zonder de werken is dood, of, voor ons doel juister uitgedrukt, kan geen prophylactische of therapeutische zinnigen) werd dikwijls gewezen, zoo door jACOBi, ROLLER, ZELLER en vooral door HEINROTH. „Men leere de godsdienst beter kennen en men zal toegeven, dat juist zij en zij alleen ons voor zielsstoornissen kan bewaren." Deze laatste zin, letterlijk door KRAEPELIN uit HEINROTH'S leerboek aangehaald, moet nu bewijzen, dat HEINROTH veel verwacht van godsdienstige gesprekken, van religieuse zielszorg bij de behandeling van krankzinnigen. Men zou zich willen afvragen: „hoe is het mogelijk, dat een man als KRAEPELIN hier geen onderscheid maakt tusschen prophylaxis en therapie? en daarom hier zulk een onjuistheid neerschrijft." ') 1. c, p. 111. -) GROSZ is er zich niet van bewust, dat zijn opvattingen zooveel gelijken op die van HEINROTH. 't Komt mij voor, dat h^ HEINROTH niet gelezen heeft, daar hij hem eenmaal citeert naar MÖBIUS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 123

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's