1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 73

59 und Versorgungshaus zu St. Georgen", waar hij ruimschoots de gelegenheid had de menschelijke ziel te bestudeeren in al haar gebreken en ziekten. Zoo was HEINROTH dan op een terrein der medische wetenschap gekomen, waar hij kon toegeven aan zijn theologische en philosophische neigingen. Zoo was dan de strijd in zijn binnenste gestild. In de „psychische Heilkunde" gevoelde hij zich thuis, beter dan in de somatische. Alle moeite deed hij om een beter inzicht te krijgen in het wezen van psychische afwijkingen. Geen wonder, dat hij, met dat doel voor oogen, zich niet bepaalde tot het zuiver empirische weten, maar rijkelijk gebruik maakte van zijn godsdienstige en wijsgeerige inzichten. De philosophische psychologie en psychiatrie, en we! in christelijken geest, had de liefde van zijn hart. HEINROTH'S boeken worden tegenwoordig niet meer gelezen. Zijn theorie en systeem der psychosen zijn aan weinigen bekend. En als men nog iets van hem weet, dan zijn het alleen de dwalingen, waarin hij verviel, nl. dat krankzinnigen door hun eigen schuld en zondig leven ziek geworden waren, en dat men ze eigenlijk als bezetenen moest beschouwen. Naar deze opvattingen wordt hij veroordeeld, en hem, die als eerste Hoogleeraar in de psychiatrie een hechten grondslag had moeten leggen voor deze zoo jeugdige wetenschap, wordt verweten, dat hij meer heeft afgebroken dan opgebouwd, en dat hij voor die wetenschap een gevaarlijke vijand is geweest door zijn moraal-theologische opvattingen der krankzinnigheid. (KRAEPELIN). KiRCHHOFF oordeelt iets gunstiger over de psychische school en daarmee over HEINROTH : hun strijd met de somatici was wel is waar slechts van episodische beteekenis, maar had toch dit goede gevolg, dat men de patiënten nauwkeuriger ging observeeren. Zelfs MEYERHOF ^) die een psychologische theorie der geestesstoornissen, jn vele opzichten gelijkend op die van HEINROTH, voorstaat, weet alleen van hem te vertellen, dat JAKOBI met zijn scherpe critiek HEINROTH'S geheele systeem en vooral zijn moreele dwaasheden heeft vernietigd. Een bepaalde school heeft HEINROTH niet gesticht. Zijn tegen-

') OTTO MEYERHOF. BeilrSge zur psychologischen Theorie der Geislessförungen, p. 6.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen