1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 104

90 held alleen de psychische, terwijl wij daarbij tellen allerlei somatische stoornissen, als infecties, endogene en exogene toxinen, enz. De reden daarvan is te zoeken in het feit, dat HEINROTH elke psychose, waarbij een somatische oorzaak duidelijk is aan te toonen, wil schrappen uit de rij der geestesstoornissen; „in sommige gevallen treden deze momenten wel op vóór het uitbreken der krankzinnigheid, maar werken dan slechts, doordat ze den bodem voorbereiden waarop de psychose kan groeien." Volgens HEINROTH is er altijd een psychische aanleiding voor het optreden eener psychose. Hij overschat ten zeerste de waarde der psychische traumata, daar hij geen rekening houdt met 't zuiver endogeen ontstaan van vele gevallen van dementia praecox, en van manisch-depressieve krankzinnigheid; al evenmin met het ontstaan eener paranoia uit een bijzonder wantrouwend karakter (originaire vorm), al moet de mogelijkheid van het optreden van acute stoornissen door psychische traumata bij zulk een paranoisch karakter toegegeven worden. ') Volgens de algemeen gangbare voorstelling spelen psychische oorzaken nergens zulk een grooten rol als bij de hysterie. Immersis juist een der characteristica der hysterische psychose, dat psychische momenten zulk een grooten invloed hebben op het ontstaan en op het verloop der hysterische geestesstoornissen. Ook bij dégéneré's ontstaan psychische aberraties door de situatie^ waarin ze verkeeren, of door gebeurtenissen, die hevige gemoedsbewegingen doen ontstaan. Zeer zeldzaam is wel de meening, dat psychische oorzaken alleen verantwoordelijk moeten worden gesteld voor het uitbrebreken eener psychose, zonder dat er een Anlage aanwezig behoeft te zijn; zelfs HEINROTH beweert dit niet. Om dat waar te nemen, daarvoor is noodig een psychische emotie als deze tegenwoordige wereldkatastrophe kan doen ontstaan. De oorlogspsychiatrie leert ons n.l., zegt JAMES LEWIN, ^) dat voor psychogene stoornissen bij onze soldaten aan het front geen bijzondere psychopathische praedispositie noodzakelijk is. Ook HocHE en BIRNBAUM zijn die meening toegedaan. Zij beperken deze genese echter tot de deelnemers aan dezen oorlog. ')

BONHÖFFER, 1. C. p . 379.

^) JAMES LEWIN. Ueber Situationspsychosen. Arch. f. psychiatrie und Nervenkrankheiten. Bnd. 58. p. 538.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen