GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 79

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

73

wordt 't object der biologie een saamwerkingsphaer, niet van ziel en lichaam, maar van 't onpersoonlijk-psychischc en materie, waarvan in de empirische wetenschap de materie afzonderlijk voorkomt. De materie is dus geen abstractie, de tot lichaam georganiseerde materie zonder de ziel wel. O Nu is zulk een abstraheering in 't begiip mogelijk, maar niet in de werkelijkheid: ook 'n ontzield lichaam is genetisch zonder de ziel niet verklaarbaar en ook afgezien van de genetische" verklaring een abstractie : 't eerbte moment der uiteenvallende materie — waarbij bovendien nog moet onderscheiden tusschen 't leven van organen en dat van 't organisme — wordt gefixeerd ; ook als mummie voortbestaande is 't een abstractie, want 't volledig begrip is dan niet „zielloos lichaam", maar „ontzielde gebalsemde materie." De organische vorm bestaat dus als begrip; 't vitalisme noemt dien vorm, dus dit begrip „werkelijk," en verloopt daarmee in begrippen-realisme. 't Is alsof DRIESCH dit bezwaar zelf ook voelt; een poging om er aan te ontkomen meen 'k althans te ontdekken in z'n onderscheiding van tweeërlei bestaan van 't algemeene in 't bijzondere. In de leer van den statischen vorm is hij volgeling van BERKELY'S „esse = percipi" : de algemeene voorstelling is niet aanschouwelijk aanwezig: wel zijn er voorstellingen van bijzondere dingen in den geest, die slechts door een woord een geheele klasse vertegenwoordigen (nominalisme : algemeene begrippen bestaan niet). Zoo vertegenwoordigt de uitdrukking „werveldier" in de systematiek : „complex van cellen in bepaalde onderlinge ligging die een aanleg tot organen aanduiden." Maar bij den dynamischen vorm wisselt hij van standpunt : hier raakt BERKELEY'S critiek LOCKE niet: 't is mogelijk een schets, 'n aanschouwelijk schema, te geven van „het werveldier" als 't gemeenschappelijke bij de ontogencse in de rangschikking der organen (pag. 18). ') Toepassing van deze redeneering op de ziel is daarom ongeoorloofd omdat de onmiddellijke zelfwaarneming der ziel verbiedt haar „begrip" uitsluitend als een abstractie uit een samenhang te beschouwen. Deze zelfervaring leert ons „Seelen-Qegensfande" kennen. Vergl. o.a. A. MESSER, Psychologie, 1914, pag. 45 v.v. Nu bestaat er wel een benaderend „reine" menschenpsychologie, geen „reine" dierenpsychologie; deze volgt de analogische methode; overigens heeft ook de psychologie van den mensch — dat is toe te geven — zich voor al te scherpe afgrenzing te hoeden: zonder experimenteele aanvulling dreigen ook voor de „reine" Psychologen groote gevaren van gentraliseering en gedachten-constructies.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 79

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's