GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 91

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

85 mee als b.v. met 't „entelechie" begrip, waarvan DRIESCH alleen negatieve eigenschappen geeft. De groote beteekenis van 't bovenbedoelde begrip is, dat 't iets psychisch is — er is daardoor werkelijk uitzicht dat men er iets mee kan doen in de nieuwere psychologie. Ad II dat de dierpsychologie de immateriëele wetten tracht na te sporen — b.v. nagaat of en welke bepaalde regels 't geheugen en 't herleeren volgt. Dan of er b.v. nieuwsgierigheid is — wat al een hoogere functie is, evenals relatiebewustzijn, inzicht in verhouding, etc. Ze vraagt in hoeverre er een biologische achtergrond in het natuurlijke leven is. Ad IH, dat de definitie redelijk-zedelijk ook hem juist voorkomt. Die primaire intuïtieve definities zijn vaak juister dan 't wetenschappelijk gedoe. De heer BRUIN herhaalt zijn vraag waartoe die proeven met dieren dienen. Hij herinnert aan de openbare les van Prof. BUYTENDijK, waarin deze uiteenzette, dat geheel gebroken was met de oude voorstelling alsof dieren 'n soort minderwaardige menschen waren, aan wie allerlei eigenschappen als „koninklijk", „moedig" etc. w(,rden toegeschreven. Is echter, wanneer Prof. BuYTENDijK spreekt van nieuwsgierigheid, dat ook niet weer een overdragen van menschelijke eigenschappen op dieren ? Hij meent, dat we dat niet kunnen doen, zoolang we niet meer van de dierenziel weten. Hij acht het zeer moeilijk zich in de immateriëele functies van 't dier te verplaatsen, en onmogelijk om te weten of men er zich in heeft verplaatst, en vreest dat wat Prof. B. doet oude wetenschap in een nieuw kleed is. Prof. BUYTENDIJK antwoordt, dat BETHE en LOEB dat ook altijd gezegd hebben en een volkomen objectieve wetenschap eischen. Er is toch echter ook een besluiten tot iets, dat niet direct gegeven is. Per analogie besluiten wij, critisch, tot wat er omgaat in 't dier. En wat de nieuwsgierigheid betreft (d.i. 't onderzoekend waarnemen van objecten, die niet direct een biologische beteekenis hebben): apen zien naar vliegmachines, honden en paarden niet. Beschouwingen hieraan vastgeknoopt hebben ook wel 'n logisch karakter en niet uitsluitend 'n subjectief. Prof. BouMAN zegt dat Prof. BUYTENDIJK verder gaat dan men hier ooit ging. Men huiverde om de evolutie van dier tot mensch uit te spreken, omdat de H. Schrift den mensch in een zeer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 91

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's