GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1922 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12

Bekijk het origineel

1922 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

4

volledige overzicht van het feitenmateriaal dat hij gaf. Het vraagstuk interesseert spreker sterk — ook van philosophische zijde bezien. — Het komt hem voor, dat het vraagstuk van den dood voor de christelijke philosophie van meer belang nog is, dan dat van het leven. Het vraagstuk van het leven is met de christelijke philosophie direct gegeven. De groote gedachte in Genesis is, dat naast het leven de dood er is gekomen. En terwijl voor het materialisme het leven het groote wonder is, is voor 't vitalisme daarnaast de dood nog grooter wonder, 't Vitalisme, dat juist op 't reguleerend levensbegrip den nadruk legt, is niet in staat den dood te verklaren, evenmin als 't materialisme 't leven. De dood is altijd katastrophaal. De dood is niet inhaerent in 't levensbegrip; met de zonde is de dood gekomen als iets dat 't leven, ook 't geestelijk leven, tegenstaat en tracht te dooden. De natuurverschijnselen bevestigen dat katastrophale, zoowel bij één- als meercelligen. Physiologisch zouden, zonder katastrophaal ingrijpen, ook meercelligen onsterfelijk zijn. Spreker vraagt wat de theologie hier zegt. De dood, ook, en speciaal de soortdood, komt ons voor als een ondoelmatigheid. Is er daar nog een doel te herkennen in al die verschijnselen? Is er een beperkt doel in den dood? De Schrift leert ook, dat dood geboorte van nieuw leven in zich sluit. Wellicht is 't ook zoo met uitgestorven soorten; is daar ook iets als leven uit 'n ,.afgehouwen tronk?" Heeft God daar ook een doelstelling mee? Hij vraagt tenslotte of de inleider niet ook van meening is, dat 't nazinnen over den dood mede de Christelijke levensbeschouwing scherp moet onderscheiden van alle andere. De heer DE GAAY FORTMAN is het daarmee eens. De heer BRUIN zegt, dat hij niet begrijpt wat de heer Buytendijk met dat begrip ,.katastrophaal" eigenlijk meent, en zou dat woord, evenals tal van woorden in 't résumé, gaarne in hun beteekenis goed zien omschreven. Hij vraagt den inleider speciaal wat ,,omkeerbaar' in de eerste zin van het résumé beduidt, daar toch de natuurkundige beteekenis van dit woord insluit, dat er in de natuur geen omkeerbare processen plaats hebben. Hij prijst de leerzaamheid der gehouden voordracht en zou nog wel willen vragen of de inleider bij hoogere dieren ook een invriezingsproces mogelijk acht. De heer REITSMA meent, dat, wanneer de inleider zegt, dat als 't leven latent is, men er niets meer van bemerkt, het juister

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1922

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 138 Pagina's

1922 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1922

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 138 Pagina's