1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 17

9 steld, dat het wezen van het wonder ons bekend is. Beter lijkt het ons een onderscheiding te maken, die rekent met de wonderen, van welke wij weten, d.w.z. die concreet het terrein overziet en daarop scheiding maakt. Dan hebben we een eerste groep, waartoe we brengen de certrale heilsfeiten. Het werk van Christus. Zijn geboorte, sterven, opstanding, hemelvaart, behoort hiertoe. Dit zijn de groote wonderen Gods in Christus, die de vernieuwing brengen van de schepping, van het menschelijk geslacht. De wonderen, die niet iets van God openbaren, maar de zelf-openbaringen Gods zijn, Joh. 1 ; 14, I Tim. 3 : 16. Niet geheel daarmee op één lijn staat de schepping zelf, maar ze toont toch met deze wonderen zooveel verwantschap, dat ze tot deze groep kan worden gebracht. En zoo is het ook, zij het weer om andere redenen, met het ontstaan der Heilige Schrift. Wij kunnen hier natuurlijk deze wonderen zelf niet nader bespreken. Slechts tweeerlei zij opgemerkt. Eerst, dat juist bij deze wonderen zeer sterk uitkomt, hoe het wonder nooit alleen kan worden gezocht in een bepaalde ervaling van gebeurtenissen, een zekere religieuse reactie op feiten, die op zichzelf passen in het gewone natuurgebeuren, Aan de andere zijde zien we, dat God ook, en zelfs, als Hij de centrale heilsfeiten werkt, daarin gebruik maakt, van hetgeen Hij eenmaal in de schep^^ing heeft gelegd. Jezus wordt geboren als mensch — doch uit een maagd. Hij sterft — doch staat op. Tot een tweede groep wonderen zouden we die willen rekenen, die a. h, w. om de zoo juist genoemde heenliggen, die er mee samenhangen en die ook dienen om aan de kerk des Heeren Gods genade te openbaren. Het is de wondercyclus van Israel, waaraan hier moet worden gedacht. Deze wonderen vinden we dus, zooals de eerste, alleen beschreven in de Heilige Schrift, ze houden op, als de openbaring Gods, die in de Schrift moest worden neergelegd, volledig is geworden. Eigenaardig is, dat bij deze wonderen zich vaak voordoen, wat we boven ,,physische veranderingen" hebben genoemd (water in bloed of wijn, broodvermeerdering, e t c ) . Individueele wonderen zouden we willen noemen, zulke, die slechts beteekenis hebben voor één persoon. We zijn hier gekomen buiten het gebied der voor allen geldige openbaring Gods. Dit zijn de wonderen, die in of aan het individu verandering brengen, hem redden uit den nood. Doch het bijzondere van deze wonderen is ook het „einmalige", men kan er niet op rekenen. Wanneer ze aan den een zijn te beurt gevallen, is daarmee niet gezegd, dat ze onder geheel gelijke omstandigheden ook aan een ander zullen ten deel vallen. De geschiedenis meldt een lange rij van zulke wonderen. Uit die rij zal zeker heel wat moeten vervallen, omdat het over gewone dingen ging, die toen of ook nu nog niet kunnen worden verklaard. We kunnen hier herinne-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen