1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 24

16

deeien bh]tt bestaan dan men oppervlakkig geneigd is Ie denken. Juist in onzen tijd zegt spreker, kan een aaneensluiting van de beoefenaars der natuur- en geneeskundige wetenschap een voorbehoedmiddel zijn tegen eenzijdigheid. Hij gaat de toekomst van onze vereeniging dan ook met goede hoop tegemoet, vooral waar de laatste jaren zoo tal van Chr. G'ymnasia, Lycea en H. B. scholen zijn gesticht. Zoowel uil de kringen der leeraren als, in de toekomst, uit die der leerlingen, zullen stellig velen tot onze vereeniging toetreden, in 't bijzonder wekt spreker nog op het ,,Orgaan" te steunen door 't leveren van bijdragen. Tenslotte brengt de voorzitter in herinnering, dat de H.H. Bavinck. Sap en Schouten in 't verloopen jaar hun zilveren jubileum vierden als arts, en gewaagt eveneens met dankbaarheid van 't feit, dat de H.H. J, W. de Bruyne en P. Wieringa benoemd werden tot Officier in de orde van Oranje-Nassau, terwijl hij met een woord van nagedachtenis aan het overlijden van Dr. N. A. J. Voorhoeve zijn inleidend woord besluit. De notulen der vorige vergadering worden hierna onveranderd vastgesteld. Met algemeene stemmen wordt vervolgens besloten als leden toe te laten de H.H. W. den Boer, Adr. Boqgaards, W. van Dorp, A. de Graaf, C. A. Groenendijk, K. Luchtenburg, A. van Leeuwen, L. G. van Omme, M. Oudkerk, P. C. van Steenwijk, A, B. Vaandrager, J. P. Vergouwen en Jac. J. Woldendorp. Prof. Dr. H. Visscher ontvangt hierop bel woord tot het houden van zijn lezing over; ,,De dood". Het vooraf aan de leden toegezonden résumé luidde als volgt: L De Chr. religie waardeert het natuurgeschieden in eigen religieus-ethisch licht. 2. Zij kerstent de beteekenis der woorden, zoodat deze niet steeds hetzelfde begrip dekken, dat de exacte wetenschap er aan hecht. Naast de concrete, verkrijgen sommige woorden eene religieus-ethische beteekenis. 3. Om misverstand te voorkomen is nauwkeurige vaststelling der beteekenis onafwijsbaar. 4. De woorden ,,leven" en ,,dood" hebben niet slechts een concreten, maar ook een pregnantan zin, zoodat zij niet alleen natuurlijke processen noemen, maar ook dienen als benamingen voor religieus-ethische toestanden, 5. Het woord ,,dood" beteekent niet alleen den stilstand van het levensproces des menschen, maar dient om den religieuseth'schen toestand van den in zonde gevallen mensch te noemen. ..-^^^^ 6. Deze tweeërlei zin verklaart, dat hoewel er vóór 'dên val een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen