GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28

Bekijk het origineel

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

20

aarde v.'ordt nergens aangetroffen, maar steeds verschijnt ook in de Heilige Schrift de schepping als een levende, dus een wordende, groeiende en daarom ook stervende schepping, waarin het leven zijn triumfen viert. Ook wordt niet van den mensch gezegd, dat hij op deze aarde zijn eeuwig bestaan zal hebben. Integendeel, de wijze, waarop zijn formatie in Gen. 2 ; 7, als geformeerd uit het stof der aarde en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens, wordt beschreven, wijst op een leven, dat zal wederkeeren in biologischen zin. Ook de dieren stierven of werden gedood, gelijk Calvijn er op wijst, dat ook de dieren stierven of gedood werden, wijl er offers gebracht werden en de menschen met vellen bekleed (Gen. 3 : 21) terstond na den val. Het dooden van dieren was dus aannemelijk. Maar ook afgezien hiervan, hebben de menschen vruchten tot voedsel ontvangen, zoodat het eindigen van levensprocessen van den aanvang af in de schepping voorkwam. Doch van dood is er bij dit alles nimmer sprake. 7, Ook het menschelijk leven was dus bestemd om tijdelijk te zijn op deze aarde. Hoewel de mensch lichamelijk immuun was voor wat het leven bedreigde, zonder gebrek in zijn lichaam, was hij toch bestemd om ,,sine interitu et illaesus" niet op deze aarde te blijven, maar over te gaan in den hemel. Hij zou dus door een transformatie van het aardsche en tijdelijke worden overgebracht in het hemelsche en eeuwige leven. Gen, 2 : 17 wordt de mensch met den dood bedreigd. Doch welke dood dit was kan alleen duidelijk worden uit het leven, dat zijn deel was, ,,Erat", zegt Calvijn, ,,ex omni parte beatus". Hij genoot dus een leven naar lichaam •en ziel, In zijn zielkundig bestaan had hij ,,rectum judicium" „justa affectuum moderatio", zoodat de mensch ,,vita regnabat". Dit was dus zijn leven. En wat wordt nu de dood? Eene ,,exinanitio corporis", waarin de ziel ervaart ,,Dci maledictionem". De oorzaak en het wezen des doods tevens is dus „alienatio a Deo". En zoo wordt dus onder den dood verstaan ,,alle ellende", waarin de mensch door zijn val is gedompeld. Afsnijding van de bron des levens in hoogeren zin, val uit zijn vorigen staat, een voelen dat het leven zonder en buiten Gods gemeenschap ellendig en verloren is en in niets van den dood verschilt, 8, Zoo wordt dus de dood het woord voor een religieus-ethischen toestand der zonde met al wat daarin is opgesloten. Daardoor wordt ook aan het levenseinde het vreeselijk karakter verleend, die den dood maakt tot den vijand bij uitnemendheid. De ethische ontwrichling, de zondestaat wordt een angel in het biologisch levenseinde, dat daardoor eerst in vollen zin ,,dood" wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 68 Pagina's

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 68 Pagina's