1924 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 70
54 Later trant fundeerde hij vrouwen, die gedurende den partus veel bloed verloren hadden, hij gebruikte daartoe menschenbloed. Drie van de zeven gevallen werden met succes bekroond. Vaa 1835/1875 vindt men in de litteratuur beurtelings verschillende methodes aangeprezen en veroordeeld. Zoo ging het met het gedefibrinecrde bloed, met de transfusie direct van ader tot ader, met de transfusie's, waarbij geringe hoeveelheden ammonia of natriumpihosphaat werden toegepast om de stolling tegen te gaan. De leidende gedachte bij al deze onderzoekers was de ingreep zoo te verrichten, dat de stolling zooveel mogelijk voorkomen werd (hetzij door defibrinatie, hetzij door het onmiddelijk overbrengen, hetzij door het gebruik van middelen, die de stolling tegengingen). Maar hoewel dit tegengaan van de stolling natuurlijk een belangrijke factor was, was daarmede de vinger toch niet gelegd op de wonde plek van de methode. De tijd daarvoor was nog niet gekomen. Het kan ons dan ook niet verwonderen in het licht van de huidige wetenschap, dat prof. Martin van Berlijn in 1859 in zijn ā¢verloskundige praktijk in 57 gevallen slechts 43 maal succes zag. Evenmin dat Blasius in 1863 verslag doet van 116 transfusie's, waarbij hij slechts 56 maal succes zag. Natuurlijk werden in dien tijd ook gunstige resultaten geboekt. Zoo deelt Smith in 1873 een geval mede, waar hij bij een 8-jarig kind, dat uit den neus vrijwel was leeggebloed, bloed transfundeerde met schitterend gevolg. Echter schadelijke gevolgen en maar al te dikwijls de dood, kwamen te veelvuldig voor, zoodat toen in 1874 de intraveneuse injectie van groote hoeveelheden van een pihysiologische zoutoplossing bij acuut bloedverlies gepropageerd werd, er opnieuw een periode van dertig jaren kwam, waarin de bloedstransfusie op den achtergrond geraakte. Toen men na het begin der 20ste eeuw deze twee hoofdbezwalen ovprwon, begon, ook met de verbetering van de bloedvat chirurgie, het bloeitijdperk van de bloedstransfusie, dat zich tot het heden uitstrekt. Er waren voornamelijk twee factoren, die de vooruitgang van de bloedstransfusie tegenhielden: 1, de neiging tot snelle stolling gedurende het overbrengen; 2. de haemolyse als gevolg van het gebruik van nict-passend bloed. Wat het tegengaan der stolling betreft, heeft men in het neutrale citras-natricus een zout gevonden, dat het Calcium in het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1924
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 92 Pagina's