1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 6

2

groep bevinden, ook bij dezen vorm van huidtransplantatie agglutinatie of haemolyse kan verwachten, die zich dan uit in bloedwateren, icterus en zelfs shockverschijnselen, hooge temperatuur, enz. De heer MICHAEL antwoordde, dat deze reacties niet werden uitgevoerd, daar het geval zich reeds vóór enkele jaren voordeed, toen men die reacties nog minder deed, De heer W. vraagt verder of niet te éénzijdig de nadruk wordt gelegd op de geslachtsklier als zoodanig, terwijl niet voldoende wordt gewaardeerd de samenwerking van alle endocrine klieren; deze zullen ook wel hun beteekenis hebben voor de ouderdomsverschijnselen, In dit verband herinnert hij aan het myxoedeem, een ziekte, die iemand tot een oud type kan stempelen, waarbij men door toediening van schildklier den patiënt als het ware een verjonging kan doen ondergaan. De heer MICHAEL gaat met deze opmerkingen geheel accoord. De heer LANDWEHR vraagt, hoe men volgens de theorie van Steinach kan verklaren, dat er een seniele afwijking bestaat, die gepaard gaat met verhoogde libido. De heer MICHAEL geeft het bestaan van dit verschijnsel toe: de verklaring daarvan echter met de hypothese van Steinach als uitgangspunt, komt hem bezwaarlijk voor. De heer SCHOUTEN merkt op: Spr. heeft het onderwerp bezien van den physiologischen en anatomischen kant en dus behandeld voornl, de transplantatieproleven, o.a. van Steinach en zich dus — zeer terecht — beperkt. Maar is het niet gewenscht het ook eens te bezien van den psychischen en ethischen kant; m.a.w. is verjonging ook niet mogelijk langs den weg der eubiotiek, dus door een gezonde levenswijze, het overwinnen van hartstochten, het beheerschen van den wil, en den geheelen geest. Kan men langs dien weg ook niet oud worden en toch jong blijven. Wat heeft b.v. de psychiater ons hierin te zeggen? De heer MICHAEL geeft toe, dat deze zaak nog een andere zijde heeft, hij heeft zich echter op dit terrein niet gewaagd, bovendien lag dit niet in de bedoeling. Er bestaat zeker aanleiding om de eubiotiek nog eens nader te belichten; omdat het hier alleen proefnemingen geldt, kan van de ethische zijde van deze materie echter geen sprake zijn. De heer H. R. WOLTJER zegt, dat hij met veel belangstelling beeft toegeluisterd, maar dat hij voor zich gaarne wat meer zou vernomen hebben over het al of niet geoorloofde van de besproken proeven en operaties. De heer MICHAEL antwoordt, dat men zich steeds moet afvragen; dienen onze proefnemingen om bepaalde vragen te beantwoorden, wij mogen het volgens zijn gevoelen niet ongemotiveerd doen, ook op dieren niet, _

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen