GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 172

Bekijk het origineel

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 172

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

162 geven van haar bepaalde gestalte, plaats en richting. Er behoort nog iets bij. N.l. een bepaling die aan meting, dus aan groottenbepaling is ontleend. Waar komt deze „grootte" vandaan? Behoort ze als vierde grcndcategorie in het ruimtelijk gezichtveld? H a e r i n g ^) meent van wel, maar vergeet dat van grootte in dit veld alleen sprake is als bijvoeging van gestalte, GroncZ-categorie is ze dus in geen geval. Wat is ze dan? Ze komt eerst voor in het ruimtelijk gezichtsveld. En toch is ze niet te verstaan buiten het te hulp roepen van het getal. Ze is echter evenmin ,,getal". Zelfs is ze meer dan een ,,benoemd getal". Indien ze immers niet meer ware, zou de kennis omtrent grootten nimmer eenige kennis omtrent het benoemde bieden, ,,Dat 2 X 2 = 4 is" mag kennis heeten, ,,dat 2 X 2 paarden 4 paarden zijn" eveneens; maar de laatste kennis — toepassing van getallen en hun relatie op iets dat niet arithmetisch is — bevat niets dat ons iets omtrent het paard leert. De relatie is arithmetisch gebleven en de momenten evenzeer; alleen zijn de laatste benoemd. ,,Paard" is hier dan ook niet een moment — dan zou immers ook de relatie een biotische dienen te zijn — doch slechts een benoeming van een moment. Maar kennis van grootten biedt wel degelijk kennis van datgene, waarin het getal schuil moet gaan. zal er van ,,grootte' sprak»; kunnen zijn. Deze term ,,schuil gaan" kan heel goed dienst doen om op te belderen waarover het hier gaat. Terwijl de wereld van de getallen een eigen veld vormt, vindt men de analogieën daarvan op ieder ander terrein, gelijk men de analogieën der ruimte vindt op ieder terrein, behalve op het arithmetische. De juistheid van zulk 'n uitzondering als die in de laatste woorden vervat, is van groote algemeene beteekenis, daar door de analyse der gewettigde — niet tot anti-nomieën voerende methoden — valt voort te schrijden tot de kennis van de orde der gezichtsvelden naar dezen regel; het hoogere vindt niet z'n ^) Th. L. H a e r i n g, Philosophie dr Naturwissenschaft, Verlag Rósl und Cie., München, 1923, pag. 413 v.v.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 172

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's