1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 80

72 Ook wordt er gesproken van de grondvesten en de zuilen der aarde, ,,De grondvesten der aarde" (Spr, 8 ; 29}, ,,De gronden der bergen beroerden zich en daverden, omdat Hij ontstoken was" (Ps. 18 : 8], ,,Die de aarde beweegt uit hare plaatSj^ dat hare pilaren schudden" (Ps, 9 : 6 ) , Het is bij deze laatste teksten niet onwaarschijnlijk, dat we met dichterlijke beeldspraak te do3n hebben, maar aan deze figuurlijke uitdrukkingen ligt dan toch de gedachte ten grondslag, dat de aarde stevig gefundeerd was. Waarschijnlijk dacht men, dat de fundamenten der aarde waren weggezonken in de wateren onder de aarde op dezelfde manier als de fundamenten van een huis in den grond gevestigd waren. Men dacht zich de aardschijf naar het Noorden opstijgend, en naar het Zuiden afdalend. De Noordelijkste streken en landen werden daarom ,,bovenste" genoemd, „Paulus, de bovenste deelen des lands doorreisd hebbende" (Hand, 19 : 1), Ook; I Macc, 3 ; 37, n Macc, 9 : 23. Noordwaarts trekken wordt opgaan genoemd, (Hosea 8 : 9 ) . ,,Zoo toog Abram af naar Egypte" (Gen. 12 : 10), Voor een volk, dat in Zuid-West-Azië leefde, en de streken ten Noorden van het Armeensche hoogland niet kende, is zulk een voorstelling wel verklaarbaar. Misschien is onze uitdrukking ,,in het hooge Noorden" nog een overblijfsel van de oude Joodsche opvatting. Dat de aardschijf niet wegzonk in het water, werd bewerkt door Gods macht. Het boek Job spreekt dit meermalen uit, en Athanasius schrijft: ,,0f wie zal, wanneer hij ziet, dat de aarde zelf, die van nature buitengewoon zwaar is, het water tot baar fundament heeft, en onbeweeglijk liggen blijft op dat wat zich van nature beweegt, niet tot het inzicht komen, dat er een God is, die dit verordend en gemaakt heeft?" ^), Onder de aardschijf dacht men zich de oerzee in onpeilbare diepte. Het is de afgrond, hebr. tehóm, grieksch abussos. ,,Want Hij heeft de aarde gegrond op de zeeën en heeft ze gevestigd op de rivieren" (Ps. 24 : 2). Deze tekst is niet te vereenigen met sommiger opvattng, dat de tehóm *en aardkolom zou zijn, die zich uitstrekt tot in de onderste deelen der wereld. Verder lezen wij in Job 38 : 16; ,,Zijt gij gekomen tot aan de ')

Tegen de heidenen, c. 36, M. P. O. 25 I, col. 72,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen