GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 140

Bekijk het origineel

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 140

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

130 langzamerhand ook kunnen zeggen: men verwart klinische met biologische betrouwbaarheid. Eenige voorbeelden: Iemand met 2 "lm suiker in zijn bloed zal, onder zekere restricties, afhankelijk van methode e.d., misschien wel 2 maal zooveel suiker hebben als een ander met 1 /oo. vrij zeker heeft hij meer, maar of die 2 /oo werkelijk glucose is, zooals wij die kennen, dat is niet zoo te beantwoorden. Hetzelfde geldt voor urinezuur, kreatine, kreatinine. Men moet dus steeds scherp onderscheiden wat men meent te bepalen en wat men werkelijk bepaalt. Nemen wij als voorbeeld de suiker. Er zijn zeer vele methoden ter bepaling der suiker, ook microbepalingen, ieder ter zake kundige kan er wel een of meer bijmaken. Toch zijn er weinige, die voor bloedsuiker-bepaling gebruikt worden, resp. bruikbaar zijn. Het is niet voldoende, wanneer men in oplossingen van suiker in water, in concentraties zooals zij in bloed voorkomt, de suiker quantitatief kan bepalen met een groote mate van nauwkeurigheid. Bij het bloed doet zich direct de vraag voor; bepaalt men wel suiker? Het is ook niet voldoende, wanneer men suiker aan bloed toevoegt en ze weer quantitatief terugvindt, al is dat reeds veel beter: men moet zekerheid hebben dat men werkelijk glucose bepaalt. Gewoonlijk doet men zoo, dat men nagaat de invloed van het reagens op de bekende mogelijke bloedbestanddeelen, dus probeert kunstmatig een vloeistof te maken, die gelijkt op het bloed, resp. het filtraat na het onteiwitten van bloed. Indien men hierin slaagt en ook daarin de toegevoegde glucose terugvindt, dan is men verder. Maar men is er dan nog niet, want wij kennen in deze richting slechts zeer ten deele. De hoeveelheden van allerlei stoffen zijn zóó gering in bloed, dat wij bij de gevoeligheid dezer methoden nooit weten of nog onbekende stoffen invloed uitoefenen. Immers, onze reagentia zijn niet-specifiek. Urinezuur-, kreatinine-, suikerbepalingen, het zijn alle reductie-reacties en alleen door de vloeistoffen die gereduceerd worden en de omstandigheden der proef te varieeren, noemen wij het nu eens glucose, dan weer een andere stof.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 140

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's