GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 112

Bekijk het origineel

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 112

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

104 van den Bijbel in hoofdzaak overeenstemt met de primitieve en intuitieve waarneming. Maar toch zijn er verschillende trekken, die hier niet toe terug te brengen zijn. Zoo b.v. de wateren onder de aarde, de sjeool en de derde hemel boven den sterrenhemel als woonplaats Gods. Dit zijn geen opvatting-jn, die op zien — zelfs geen Oostersch zien — gebaseerd zijn. Dat men de sjeool onder de aarde stelde, omdat men een enkele maal op Gods machtwoord een doode uit zijn graf had zien verrijzen, is toch zeker een te gezochte verklaring. Bovendien vindt men dezelfde voorstelling bij de Babyloniërs, Ook waren de Bijbelschrijvers, als regel, niet eenvoudige menschen, onbekend met de resultaten der wetenschap in hun tijd. Was Mozes niet bekend met alle wijsheid der Egyptenaren, wordt Salomo niet geroemd om zijn wijsheid en kennis, had Paulus niet aan de voeten van Gamaliel gezeten en toont de auteur van het boek Job niet e^n grondige en uitgebreide kennis van de natuur en de natuurverschijnselen? Het is niet denkbaar, dat deze menschen zich los zouden maken van hun natuurwetenschappelijk wereldbeeld, om de taal der dagelijksche ervaring te gaan spreken. Het standpunt, dat Prof. G. ontwikkelt, heeft het bezwaar, dat men er licht toe zal komen vele uitdrukkingen der Schrift als Oostersche beeldspraak te beschouwen en in figuurlijken zin op te vatten. Ik denk aan teksten als ,,De wolken zijn hem een verberging" (Job, 22 ; 14). Gaat het aan zich van dergelijke uitspraken der Schrift af te maken door ze een dichterlijke uitdrukking of Oostersche beeldspraak te noemen, terwijl toch de kerkvaders, die zooveel dichter stonden bij den tijd, waarin de Bijbelboeken geschreven zijn, uiteenzetten, dat zij in letterlijken zin moeten worden opgevat? Men kan ten slotte de vraag stellen, of men, wanneer men stelt, dat de Bijbel gegeven is in een wereldbeeld, dat achterstaat bij het onze, daardoor niet te kort doet aan het goddelijk karakter der Heilige Schrift. Of deze opvatting in overeenstemming is met onze schoone belijdenis: ,,Wij belijden, dat dit woord Gods niet is gezonden noch voortgebracht door den wil eens menschen, maar de heilige menschen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben het gesproken, gelijk de H. Petrus zegt".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's

1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 112

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's