1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 138

12g Weinig belangstelling, calcium en fosfor reeds meer in verband met rachitis (Eng, ziekte) en nephritis (nier-aandoening), In het centrum der belangstelling staat de glucose-bepaling, vooral sinds het gebruik van insuline, Hoe ver wij nu met onze chemische kennis van het bloed zijn is moeilijk te zeggen, In het plasma komt voor 90—92 pCt, water en 7—7V2 pCt, eiwit. De fijnere onderscheidingen der eiwitten, men denke b.v. aan toxinen, anti-toxinen, hormonen etc, is chemisch nog terra incognita. Dan blijft er dus maar 1—2 pCt, over, waarvan het grootste 'deel (1,2 pCt,) anorganische bestanddeelen, die wij wel ongeveer kennen. Maar het belangrijkste is juist het kleine beetje dat daarna nog overblijft, en hierbij is heel moeilijk aan te geven, hoever wij met onze kennis zijn. Het is steeds nog mogelijk, dat wij diagnostisch of biologisch hoogst belangrijke stoffen over het hoofd hebben gezien, hun hoeveelheden kunnen zoo klein zijn, dat zij bij een meer algemeen onderzoek niet zijn te vinden, In een enkel geval hebben wij eenig houvast: aan de stikstofhoudende lichamen. Immers, wij kunnen bepalen de totale hoeveelheid N gebonden aan niet-eiwitten (de z,g, rest-N,), wij kunnen nagaan hoeveel bekende N-houdende lichamen er voorkomen en in welke hoeveelheid. Zoo bevatte in een geval: serum 28 m,Gr, stikstof per 100 c c , waarvan aan ureum, urinezuur etc, 26 m,Gr, zijn teruggevonden, dus 2 m,Gr, onbekende N-lichamen = 7 % van het totaal; bij de bloedlichaampjes waren deze getallen 49 en 30, dus 19 van de 49 = 38 % der stikstofhoudende lichamen zijn hier onbekend. Bij de bloedlichaampjes zijn dus in deze richting nog vele mogelijkheden. II.

GEVOELIGHEID

OF SCHIJNBARE NAUWKEURIGHEID DEZER BEPALINGEN. De meeste bepalingen (alle organische stoffen) gaan zóó, dat eerst de eiwitten van bloed of plasma worden verwijderd, daarna wordt de bepaling verricht in l.et aequivalent van Vj cc, bloed. De hoeveelheden, die bepaald worden, en de gevoeligheid, die bereikt wordt, kan men als vol.^t berekenen; Glucose, hoeveelheid 1 7oo, hoeveelheid bloed per bepaling 0,1 cc, dus men bepaalt 100 y (1 7 = 0,001 m,Gr,), stel de nauw-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen