1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 29
21 ook door den een met meer vrijmoedigheid dan door den ander. Er zijn bedachtzame geologen, die opmerken, dat men hier met groote omzichtigheid te werk moet gaan en alleen geslachten, die een zeer snelle evolutie doorgemaakt hebben, mag gebruiken. Maar toch geven alle geologen toe, dat de aardlagen het best gerangschikt kunnen worden met behulp van fossielen. Wanneer classificatie volgens een andere methode tot een ander resultaat leidt dan die naar de gevonden fossielen, dan moet — zoo leest men vaak in geologische handboeken — aan de uitkomsten van het palaeontologisch onderzoek de meeste waarde gehecht worden. Price veroordeelt deze van Smith afkomstige methode. De fout van Smith's theorie — zoo zegt hij — is de fout, die men telkens vindt bij ruwe schattingen, die op een onvoldoend waarnemingsmateriaal gebaseerd zijn. Want zelfs wanneer men toegeeft, dat zijn waarnemingen bij gesteenten, die hij gezien heeft, juist waren, dan is het toch duidelijk, dat zijn theorie alle zwakke punten bezit van Werners schema, waarvan Whewell zegt, dat ,,hij voor de heele wereld een schema publiceerde, dat afgeleid was uit een provincie en dan zelfs nog te haastig afgeleid uit zulk ezn eng terrein". Terecht legt Price er den nadruk op, dat de theorie van Smith ontegenzeggelijk moet terugvoeren tot de bolschil!entheorie, die eerst verworpen was. In een volgend hoofdstuk bespreekt Price de vraag, of de fossielen in een chronologische, volgorde voorkomen. Hij leidt daarbij uit een uitvoerig materiaal d-e volgende stellingen af: I. Er is steeds een duidelijke niet conforme bedekking (non conformity), meestal een hoekvormige aansluiting, tusschen de werkelijk archaeïsche gesteenten en de fossielhoudende lag^n, die er over liggen. II. ledere soort van fossielhondend gesteente, tertiair, krijtlormatie, jura of trias kan direct rusten op de archaeïsche gesteenten; en deze lagen, die op de archaeïsche gesteenten liggen, kunnen dan kristallijn of geheel metamorf van structuur zijn. III. Omgekeerd kan iedere soort van fossielhoudende aardlagen over groote gebieden aan de oppervlakte liggen, en deze oppervlakte gesteenten kunnen dan bestaan uit los, niet gecon-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's
![1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 29](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1926-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1926/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 212 Pagina's