1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 58

48 grond van de rassenstudie bezwaar tegen de gemaakte indeeling. Maar men kan gerust de verschillen in rassen aanvaarden en dan toch nog perspectief zien in de vastgestelde lichaamstypen. Want allereerst zijn deze onderzoekingen nu bij verschillende volkeren verricht en steeds zijn dezelfde typen teruggevonden. Maar in de 2e plaats is er niets op tegen, aan te nemen, dat bij het eene ras het leptosome type overweegt (zooals b.v, bij de Friezen en de Noord-Duitschers), bij het andere daarentegen het pyknische (zooals bij de Schwaben], Als echter ook dan de temperamenten-typiek en de gevonden correlatie maar blijft gelden. En voor zoover de onderzoekingen thans zijn gevorderd, wijst het alles wel in deze richting. Wat de Heer Van Leeuwen opmerkt is geheel juist en inderdaad de moeite waard om te worden onderzocht. Het is echter gevaarlijk, om op grond van één verschilpunt (brachiocepbaaldolichocephaal) een differentiatie te maken. Dat is juist het typische van de onderscheiding: leptosoom-pyknicus. De leptosoo'Ti staat of valt niet met één kenmerk. Zoo vond b.v Kretchmer, dat zijn leptosomen toch niet uitgesproken dolichocephaal konden genoemd worden; dagenen, die ik onderzocht in Groningen, zou ik echter wel tot de dolichocephalen rekenen. Het pyknische en leptosome type worden echter meer bepaald door het geheel van den lichamelijken bouw, het totale exterieur, de onderlinge verhoudingen, dan door het bezit van ejn enkel kenmerk ."neer of minder. Dr. Sap wijst op de religieuze en metaphysische vragen, die achter dit onderzoek liggen. Is er zulk een verband tusschen het geestelijke en lichamelijke, dan komt de vraag, hoe hebben we ons dit verband voor te stellen, wat is primair, is er wisselwerking, of paralellisme. Volgens Dr. Sap zou Kretchmer het lichamelijke primair achten. Is dit het geval, dan spreekt het vanzelf, dat wij ons hiertegen zullen verzetten. Het is me echter niet duidelijk gebleken, dat Kretchmer dien kant uitgaat. Wel wijst Kretchmer op de beteekenis van het endocrine systeem en inderdaad moet worden toegegeven, dat de vormwerking in het groeiproces veelal afhangt van de organen der interne secretie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen